Daarin moet worden bepaald op welke wijze activa en passiva worden gewaardeerd en uitgaven worden behandeld na de stopzetting van de proefregeling, indien deze niet wordt voortgezet, zonder dat van de deelnemende bedrijven mag worden verlangd dat zij gedurende de testfase van de proefregeling systematisch zowel een boekhouding volgens de regels van de thuisstaat als een boekhouding volgens de regels van de gaststaat bijhouden.
In diesen Bestimmungen müssen die Bewertung von Vermögenswerten und Schulden sowie die Behandlung von Ausgaben nach Ende der Pilotregelung unter der Annahme, dass diese nicht verlängert wird, festgelegt werden, ohne dass den teilnehmenden Unternehmen das systematische Erfordernis zur Unterhaltung von zwei Buchführungen nach den Vorschriften des Sitzlandes und des Gastlandes während der Testphase der Pilotregelung auferlegt wird.