3. De communautaire elementen van de systemen voor communicatie en informatie-uitwisseling zijn: de uitrusting, de programmatuur en netwerkverbindingen, waarover de deelnemende landen gemeenschappelijk moeten beschikken, zodat de interconnectie en interoperabiliteit van de systemen is gewaarborgd, of deze elementen nu bij de Commissie (of bij een aangewezen onderaannemer) zijn geïnstalleerd of in de deelnemende landen (of bij een aangewezen onderaannemer).
(3) Die gemeinschaftlichen Elemente der Kommunikations- und Informationsaustauschsysteme bestehen aus der Hardware, der Software und der Vernetzung, die zur Sicherstellung des umfassenden Verbundes und der Interoperabilität der Systeme allen teilnehmenden Ländern gemeinsam sein müssen, unabhängig davon, ob diese Anlagen in Räumen der Kommission (bzw. eines beauftragten Subunternehmers) oder in Räumen der Mitgliedstaaten (bzw. eines beauftragten Subunternehmers) installiert sind.