Het vrij verrichten van uitzendingen tussen de Lid-Staten door televisiemaatschappijen zou namelijk, onder bepaalde voorwaarden, kunnen worden beperkt in geval van ontduiking van de wetgevingen, de instelling van media in andere Lid-Staten zou kunnen worden beperkt, er zouden concurrentiebeperkingen en -distorsies
kunnen ontstaan (de Britse televisiemaatschappij ITV zou bij voorbeeld voor 100% kunnen worden over
genomen, terwijl de deelneming van een subject in een televisiemaatschappij uit andere Lid-Staten beperkt is tot maximaal 25
...[+++]of 50% van het kapitaal) en enige rechtsonzekerheid zou nadelig kunnen zijn voor de concurrentiekracht van de ondernemingen in de mediasector, die onontbeerlijk is voor het pluralisme.