De Vlaamse Regering repliceert dat het middel niet is afgeleid uit de schending van een advies van de Raad van State en dat niet kan worden ingezien waarom artikel 92ter, eerste lid, van de bijzondere wet niet toepasselijk zou zijn op de zogenaamde facultatieve vertegenwoordiging in federale instellingen, laat staan wanneer de delegaties van de deelstaten even omvangrijk zouden zijn, nu dat artikel ter zake geen enkel onderscheid maakt.
Die Flämische Regierung erwidert, dass der Klagegrund nicht von der Verletzung eines Gutachtens des Staatsrats ausgehe und dass nicht einzusehen sei, weshalb Artikel 92ter Absatz 1 des Sondergesetzes nicht auf die sogenannte fakultative Vertretung in föderalen Einrichtungen anwendbar wäre, geschweige denn, wenn die Delegationen der Teilentitäten gleichbedeutend wären, da dieser Artikel diesbezüglich gar keinen Unterschied mache.