Krachtens artikel 4 deelt iedere lidstaat het secretariaat-generaal van de Raad mee welke autoriteiten naar intern recht bevoegd zijn voor de tenuitvoerlegging van en het toezicht op de straffen (die, zoals reeds uiteengezet, geen autoriteiten met een rechterlijk karakter behoeven te zijn).
Danach teilt gemäß Artikel 4 jeder Mitgliedstaat dem Generalsekretariat des Rates mit, welche „Behörde“ oder „Behörden“ nach seinem innerstaatlichen Recht für die Überwachung und Vollstreckung der Strafen zuständig ist bzw. sind (wobei es sich wohlgemerkt nicht um Justizbehörden handeln muss).