3. wijst erop dat bij de institutionele hervorming van meet af aan het beginsel van gelijkheid tussen alle lidstaten en het evenwicht, enerzijds tussen de grote lidstaten en de kleine lidstaten en anderzijds tussen de lidstaten en de Europese Unie in acht moet worden genomen en herinnert er in het licht hiervan aan dat de bevoegdheden van de Europese Unie in hun totaliteit gedelegeerd en niet definitief overgedragen worden en derhalve op elk moment weer terug kunnen worden gevorderd;
3. verweist darauf, daß bei der institutionellen Reform von Beginn an der Grundsatz der Gleichheit zwischen sämtlichen Mitgliedstaaten und das Gleichgewicht zwischen großen und kleinen Staaten einerseits sowie zwischen den Mitgliedstaaten und der Europäischen Union andererseits gewahrt werden müssen; ruft in dieser Hinsicht in Erinnerung, daß die Befugnisse der Europäischen Union ausnahmslos delegiert und nicht endgültig übertragen worden sind und daher jederzeit zurückgefordert werden können;