Vertaling van "degelijk wordt genoemd " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

elders niet genoemd | niet afzonderlijk genoemd | niet elders genoemd | e.n.g. [Abbr.] | n.a.g.i. [Abbr.] | n.e.g. [Abbr.]
anderweitig nicht angeführt | anderweitig nicht genannt | nicht anderweitig genannt | nicht näher bestimmt | ohne nähere Angabe | A.N.A. [Abbr.] | A.N.G. [Abbr.] | ANG [Abbr.] | N.A.G. [Abbr.] | n.n.b. [Abbr.] | ONA [Abbr.]

niet afzonderlijk genoemd | niet elders genoemd | n.a.g. [Abbr.] | n.e.g. [Abbr.]
nicht anderweitig genannt | N.A.G. [Abbr.]

feit, door de wet misdaad genoemd
Tat, die vom Gesetz als Verbrechen qualifiziert wird

met naam genoemd
namentlich

afval van bereiding, formulering, levering en gebruik van fijnchemicaliën en niet eerder genoemde chemische produkten
Abfaelle aus HZVA von Feinchemikalien und Chemikalien a.n.g.

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

10 MAART 2016. - Besluit van de Waalse Regering waarbij de opdracht van bijzondere commissaris nader bepaald wordt in het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 2016 tot aanwijzing van een bijzondere commissaris bij de openbare huisvestingsmaatschappij "Société du Logement de Grâce-Hollogne" De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993; Gelet op het Waalse wetboek van huisvesting en duurzaam wonen, artikel 174; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 februari 2016; Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 25 februari 2016; Gelet op de beslissing van de raad van bestuur van de "Société wallonne du Logement" genomen in zijn zitting van 14 december 2015 volgens de procedure bepaald bij artikel 174 van het Waals wetboek huisvesting en duurzaam wonen; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 2016 tot aanwijzing van een bijzondere commissaris bij de openbare huisvestingsmaatschappij "Société du Logement de Grâce-Hollogne", overeenkomstig artikel 174 van Waalse Wetboek van huisvesting en duurzaam wonen; Overwegende dat de beslissing van de raad van bestuur van genoemde "Société wallonne du Logement" wel degelijk slaat op de substitutie van de beheersorganen van de huisvestingsmaatschappij; Overwegende dat dat element voor alle duidelijkheid nader bepaald moet worden in het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 2016 waarbij de Regering de opdracht aan de bijzondere commissaris toevertrouwt; Op de voordracht van de Minister van Huisvesting,
10. MÄRZ 2016 - Erlaß der Wallonischen Regierung zur näheren Erläuterung der Aufgabe des Sonderkommissars in dem Erlass der Wallonischen Regierung vom 25. Februar 2016 zur Bestellung eines Sonderkommissars bei der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen "Société du Logement de Grâce-Hollogne" Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Sondergesetzes vom 8. August 1980 über institutionelle Reformen, abgeändert durch die Gesetze vom 8. August 1988 und vom 16. Juli 1993; Aufgrund des Wallonischen Gesetzbuches über das Wohnungswesen und die Nachhaltigkeit der Wohnverhältnisse, Artikel 174; Aufgrund des am 24. Februar 2016 abgegebenen Gutachtens des Finanzinspektors; Aufgrund des am 25. Februar 2016 gegebenen Einverständnisses des Ministers des Haushalts; Aufgrund des am 14. Dezember 2015 gefassten Beschlusses des Verwaltungsrats der Wallonischen Wohnungsbaugesellschaft, der sich in das Verfahren einfügt, das laut Art. 174 des Wallonischen Wohngesetzbuches vorgesehen ist; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 25. Februar 2016 zur Bestellung eines Sonderkommissars bei der Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes "Société du Logement de Grâce-Hollogne" in Anwendung von Artikel 174 des Wallonischen Gesetzbuches über das Wohnungswesen und die Nachhaltigkeit der Wohnverhältnisse; In der Erwägung, dass sich der Beschluss des Verwaltungsrates der vorerwähnten Wohnungsbaugesellschaft auf die Ersetzung der Verwaltungsinstanzen der Wohnungsbaugesellschaft bezieht; In der Erwägung, dass dies im Erlass der Wallonischen Regierung vom 25. Februar 2016, durch den die Regierung den Sonderkommissar mit dieser Aufgabe beauftragt, zu vermerken ist, um jegliche Zweideutigkeit zu vermeiden; Auf Vorschlag des Ministers für Wohnungswesen,

In deze chaos van informatie, waarbij bepaalde landen tegen elkaar opbieden en elkaar de loef proberen af te steken met verklaringen over steeds ambitieuzere doelstellingen, terwijl andere landen grote verwachtingen koesteren en nog anderen een zo passief mogelijke houding aannemen, is het niet moeilijk om uit het oog te verliezen wat de voornaamste doelstelling is van een akkoord dat wel degelijk historisch genoemd mag worden.
Bei dem Medienrummel, in dem einige Länder einander mit der Erklärung immer ehrgeizigerer Ziele wie überbieten wollen, als wäre es ein Wettkampf, andere große Erwartungen verkünden und wiederum andere eine gänzlich passive Haltung eingenommen haben, ist es leicht, das eigentliche Ziel eines Übereinkommens aus den Augen zu verlieren, das nichts weniger als historisch ist.

69. dringt erop aan dat in Durban afspraken worden gemaakt over solide regels voor LULUCF, die het ambitieniveau van de in bijlage I genoemde partijen verhogen, die beperkingen van de emissies uit bosbouw en bodemgebruik moeten opleveren, die voorschrijven dat de bijlage I-partijen elke stijging van emissies uit LULUCF moeten verantwoorden, en die verenigbaar zijn met bestaande verbintenissen van partijen om natuurlijke opvang en reservoirs van broeikasgas te beschermen en uit te breiden, een en ander om de ecologische integriteit te waarborgen van de bijdrage die de bosbouwsector aan de emissiebeperking moet leveren; vraagt, naast een degelijke LULUCF-boekhouding, ook om beleidsmaatregelen die moeten worden bepaald ten einde de waarde van de in geoogste houtproducten opgeslagen koolstof te erkennen;
69. fordert, dass auf der UN-Klimakonferenz in Durban eine Einigung über solide Regeln für Landnutzung, Landnutzungsänderungen und Forstwirtschaft erzielt wird, die den Ehrgeiz der Vertragsparteien des Anhangs I anspornen, zur Verringerung der Emissionen aus Forstwirtschaft und Landnutzung führen, vorschreiben, dass Vertragsparteien des Anhangs I eine Zunahme der Emissionen aus Landnutzung, Landnutzungsänderungen und Forstwirtschaft rechtfertigen, und im Einklang mit den bestehenden Verpflichtungen der Parteien zum Schutz und zur Verbesserung von Kohlenstoffsenken und Treibhausgasreserven stehen, um die Umweltintegrität der Beiträge dieses Sektors zu Emissionsreduktionen sicherzustellen; verlangt, dass zusätzlich zu einer soliden Bilanzierung in Bezug auf Landnutzung, Landnutzungsänderungen und Forstwirtschaft politische Maßnahmen vereinbart werden, die dem Wert der Kohlenstoffspeicherung in Produkten aus geschlagenem Holz Rechnung tragen;

58. verklaart dat de huidige onderwijs- en opleidingssystemen niet voldoen om het hoge uitvalpercentage van mensen met een handicap te voorkomen zonder extra beleidsmaatregelen van de overheid die voorzien in specifieke leerondersteuning, aangezien in verband met de doelstelling van de EU-2020-strategie een vermindering van het uitvalpercentage tot minder dan 10% wordt genoemd; benadrukt dat dit leidt tot een sterk benadeelde positie, maatschappelijk en op de arbeidsmarkt, met armoede als gevolg voor mensen met een handicap, vooral in de huidige economische crisis; wijst, gezien de hoge schooluitval onder mensen met een handicap, en in het licht van de conclusies van de Raad van 11 mei 2010 over de sociale dimensie van onderwijs en opleiding, op de noodzaak om te investeren in en te werken aan de bevordering van (alternatieve) onderwijs- en (beroepsmatige) opleidingsprogramma's die zijn aangepast aan de behoeften, kenmerken en capaciteiten van mensen met een handicap, en merkt op dat dit betekent dat er voldoende gekwalificeerde en gemotiveerde leerkrachten beschikbaar moeten zijn met degelijke en adequate programma's, alsook dat deze programma's beschikbaar moeten zijn in de curricula van alle hogere instellingen voor beroepsonderwijs en –opleiding en hoger onderwijs, en ook in programma's buiten het curriculum voor mensen met een handicap, om de negatieve houding ten aanzien van kinderen met een handicap te bestrijden en ervoor te zorgen dat zij adequate kwalificaties kunnen verwerven voor de moderne en open arbeidsmarkt; dringt er bij de lidstaten en de Commissie op aan mensen met een handicap in staat te stellen betere toegang te hebben tot informatie over bestaande mobiliteits- en onderwijsprogramma's alsook gelijke toegang tot programma's voor levenslang leren; merkt op dat tegelijk moet worden gezorgd voor mainstreaming van anti-discriminatie in de EU-2020-strategie en de kerninitiatieven, om te voldoen aan artikel 24 van het VN-Verdrag;
58. erklärt, dass die derzeitigen Systeme auf dem Gebiet der allgemeinen und beruflichen Bildung die hohe Abbrecherquote bei Menschen mit Behinderungen nicht verhindern können, sofern nicht zusätzliche öffentliche Maßnahmen zur spezifischen Lernunterstützung umgesetzt werden, da das Ziel der Strategie Europa 2020 eine Verringerung der Zahl auf unter 10 % beinhaltet; betont, dass dies zu erheblichen sozialen und beschäftigungspolitischen Benachteiligungen von Menschen mit Behinderungen und insbesondere in der gegenwärtigen Wirtschaftskrise zu Armut führt; betont angesichts der hohen Abbrecherquote bei Menschen mit Behinderungen und in Kenntnis der Schlussfolgerungen des Rates vom 11. Mai 2010 zur sozialen Dimension der allgemeinen und beruflichen Bildung die Bedeutung von Investitionen in wirksame (und alternative) Programme zur allgemeinen (und beruflichen) Bildung, die auf die Bedürfnisse, Eigenschaften und Fähigkeiten von Menschen mit Behinderungen zugeschnitten sind, sowie die Förderung solcher Programme; stellt fest, dass dies das Vorhandensein qualifizierter und motivierter Fachkräfte in angemessener Zahl sowie solider und geeigneter Programme erfordert, die auch in den Lehrplänen sämtlicher Einrichtungen zur beruflichen Aus- und Weiterbildung sowie an den Hochschulen berücksichtigt werden müssen, einschließlich in außerschulischen Programmen für Menschen mit Behinderungen, um negative Einstellungen gegenüber Kindern mit Behinderungen zu bekämpfen und ihnen zu ermöglichen, die für den modernen und offenen Arbeitsmarkt erforderlichen angemessenen Qualifikationen zu erwerben; fordert die Mitgliedstaaten und die Kommission auf, Menschen mit Behinderungen einen besseren Zugang zu Informationen über bestehende Mobilitäts- und Bildungsprogramme sowie einen gleichberechtigten Zugang zu Programmen des lebensbegleitenden Lernens zu ermöglichen; stellt in diesem Zusammenhang fest, dass für die Umsetzung von Artikel 24 des Übereinkommens der Vereinten Nationen über ...

61. neemt nota van de bovengenoemde mededeling van de Commissie van 16 december 2008 over een gemeenschappelijke visie op het begrip aanvaardbaar foutenrisico als degelijke methodologische basis voor een economische analyse van het aanvaardbare risico; herhaalt zijn twijfels met betrekking tot de door de lidstaten verstrekte cijfers over controlekosten en verzoekt de Commissie de in de mededeling gebruikte cijfers bij te werken en te vervolledigen; verzoekt de Commissie alle door de Rekenkamer genoemde zwakheden en tekortkomingen te verhelpen, en benadrukt het volgende:
61. nimmt die erwähnte Mitteilung der Kommission vom 16. Dezember 2008 zu einer gemeinsamen Interpretation des Begriffs „hinnehmbares Fehlerrisiko“ als solide methodologische Grundlage für die wirtschaftliche Analyse des hinnehmbaren Risikos zur Kenntnis; bekräftigt seine Zweifel hinsichtlich der von den Mitgliedstaaten gemachten Angaben zu den Kontrollkosten und fordert die Kommission auf, die in der Mitteilung verwendeten Zahlen zu aktualisieren und zu vervollständigen; ersucht die Kommission, sich mit allen vom Rechnungshof festgestellten Schwachpunkten und Mängeln zu befassen, und hebt Folgendes hervor:

61. neemt nota van de bovengenoemde mededeling van de Commissie van 16 december 2008 over een gemeenschappelijke visie op het begrip aanvaardbaar foutenrisico als degelijke methodologische basis voor een economische analyse van het aanvaardbare risico; herhaalt zijn twijfels met betrekking tot de door de lidstaten verstrekte cijfers over controlekosten en verzoekt de Commissie de in de mededeling gebruikte cijfers bij te werken en te vervolledigen; verzoekt de Commissie alle door de Rekenkamer genoemde zwakheden en tekortkomingen te verhelpen, en benadrukt het volgende:
61. nimmt die oben erwähnte Mitteilung der Kommission vom 16. Dezember 2008 zu einer gemeinsamen Interpretation des Begriffs „hinnehmbares Fehlerrisiko" als solide methodologische Grundlage für die wirtschaftliche Analyse des hinnehmbaren Risikos zur Kenntnis; bekräftigt seine Zweifel hinsichtlich der von den Mitgliedstaaten gemachten Angaben zu den Kontrollkosten und fordert die Kommission auf, die in der Mitteilung verwendeten Zahlen zu aktualisieren und zu vervollständigen; ersucht die Kommission, sich mit allen vom Rechnungshof festgestellten Schwachpunkten und Mängeln zu befassen, und hebt Folgendes hervor:

Het Hof stelt allereerst vast dat de verzorgingsuitkering wel degelijk wordt genoemd in de bijlage bij de verordening waarin de bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties vermeld zijn.
Der Gerichtshof stellt zunächst fest, dass das fragliche Pflegegeld zwar in dem Anhang der Verordnung, der die beitragsunabhängigen Sonderleistungen enthält, genannt ist.

Bij Verordening (EG) nr. 199/2008 is een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens vastgesteld dat een solide basis moet vormen voor wetenschappelijke analyses van de visserij en voor degelijk wetenschappelijk advies met het oog op de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid (hierna „GVB” genoemd).
Die Verordnung (EG) Nr. 199/2008 sieht eine gemeinschaftliche Rahmenregelung für die Erhebung, Verwaltung und Nutzung von Daten vor, die eine solide Grundlage für die wissenschaftliche Auswertung von Fischereidaten schaffen und fundierte wissenschaftliche Empfehlungen zur Durchführung der gemeinsamen Fischereipolitik (nachstehend als „GFP“ bezeichnet) ermöglichen soll.

Nadat de Ministerraad een overzicht heeft gegeven van de verschillende jurisdictionele, gerechtelijke en administratieve procedures waarbij de koninklijke besluiten van 28 oktober 1994 en 16 december 1996 in het geding worden gebracht alsmede van de verschillende onwettigheden - naar de vorm, de inhoud en op het vlak van de bevoegdheid - die tegen de genoemde besluiten worden aangevoerd, besluit hij dat « er uitspraken zijn gedaan in de meest uiteenlopende richtingen » en dat het geen argumenten ten gronde zijn maar wel degelijk argumenten in verband met de procedure of gebaseerd op de onbevoegdheid van de uitvoerende macht die in aanmerking zijn genomen.
Nachdem der Ministerrat die verschiedenen Rechtsprechungs-, Gerichts- und Verwaltungsverfahren, die sich mit den königlichen Erlassen vom 28. Oktober 1994 und 16. Dezember 1996 befassten, sowie die verschiedenen angeblichen Gesetzwidrigkeiten - in bezug auf die Form, den Inhalt und die Zuständigkeit - für die besagten Erlasse aufgelistet hat, schlussfolgert er, dass « die Rechtsprechung auf unterschiedlichste Weise geurteilt hat » und dass nicht inhaltliche Argumente, sondern Verfahrensargumente oder solche, die auf der Nichtzuständigkeit der vollziehenden Gewalt beruhten, aufgegriffen worden seien.

Voor zover genoemd decreet van 20 december 1996 evenwel de woorden « aanvullende personenbelasting » vervangt door het begrip « personenbelasting », is het meer dan een loutere verbetering van een materiële vergissing, en wijzigt het artikel 9 wel degelijk op substantiële wijze.
Insofern das besagte Dekret vom 20. Dezember 1996 jedoch die Wörter « zusätzliche Personensteuer » durch den Begriff « Personensteuer » ersetze, sei es mehr als eine einfache Verbesserung eines materiellen Irrtums und ändere es Artikel 9 sehr wohl in wesentlicher Weise ab.