3. Elke lidstaat erkent voo
r onderdanen van de lidstaten van wie de opleidingstitels van arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige en apotheker niet aan de voor die lidstaat opgenomen benamingen in bijlage V, punten 5.1.1, 5.1.2, 5.1.3, 5.1.5, 5.2.2, 5.3.2, 5.4.2, 5.5.2 e
n 5.7.2 voldoen, de door deze lidstaten afgegeven opleidingstitels vergezeld van een door de bevoegde instant
ies of instellingen afgegeven certifica ...[+++]at als genoegzaam bewijs.(3) Jeder Mitgliedstaat erkennt bei St
aatsangehörigen der Mitgliedstaaten als ausreichenden Nachweis deren Ausbildungsnachweise des Arztes, der Krankenschwester und des Krankenpflegers, die für die allgemeine Pflege verantwortlich sind, des Zahnarztes, des Tierarztes, der Hebamme und des Apothekers an, auch wenn sie den in Anhang V Ziffern 5.1.1, 5.1.2, 5.1.3, 5.1.5, 5.2.2, 5.3.2, 5.4.2, 5.5.2 bzw. 5.7.2 aufgeführten Bezeichnungen nicht entsprechen, sofern ihnen eine von den z
uständigen Behörden oder Stellen ausgestellte Bescheinigung
...[+++] beigefügt ist.