De derde grief die de verzoekende partijen in het vierde onderdeel van het eerste middel aanvoeren, is een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang gelezen met artikel 9 van de Dienstenrichtlijn, doordat de in artikel 4.1.20 van het Grond- en pandendecreet bedoelde attestering en de in artikel 4.1.22, eerste lid, van het Grond- en pandendecreet bedoelde administratieovereenkomst vergunningstelsels zouden inhouden die niet aan de in voormeld artikel 9 uiteengezette voorwaarden voldoen.
Der dritte Beschwerdegrund, den die klagenden Parteien im vierten Teil des ersten Klagegrunds anführen, betrifft einen Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 9 der Dienstleistungsrichtlinie, da die in Artikel 4.1.20 des Grundstücks- und Immobiliendekrets vorgesehene Bescheinigung und die in Artikel 4.1.22 Absatz 1 des Grundstücks- und Immobiliendekrets vorgesehene Verwaltungsvereinbarung Genehmigungsregelungen beinhalteten, die nicht die im vorerwähnten Artikel 9 dargelegten Bedingungen erfüllten.