Y. overwegende dat het feit dat er een mensenrechtendialoog plaatsvindt tussen de EU en een derde land, geen belemmering mag vormen voor de EU om een resolutie in te dienen over de mensenrechtensituatie in dat land of een initiatief van dat derde land te steunen, zoals duidelijk is aangegeven door de Raad in zijn conclusies van 20 oktober 2004 over China en Iran en in de richtsnoeren inzake mensenrechtendialogen,
Y. in der Erwägung, dass die Tatsache, dass es einen Menschenrechtsdialog zwischen der Europäischen Union und einem Drittland gibt, die Europäische Union nicht daran hindern sollte, entweder eine Resolution zur Menschenrechtssituation in diesem Land einzureichen oder eine Initiative des Drittlandes zu unterstützen, was der Rat in seinen Schlussfolgerungen vom 20. Oktober 2004 zu China und Iran sowie in den Leitlinien über Menschenrechtsdialoge eindeutig zum Ausdruck gebracht hat,