v)indien de bewaarder overeenkomstig artikel 21, lid 5, onder b), van deze richtlijn aangesteld is als bewaarder voor een niet-EU-abi en niet valt onder het toepassingsgebied van de punten i) tot en met iv), de relevante nationale autoriteiten van het derde land waar de bewaarder zijn statutaire zetel heeft.
v)die betreffenden nationalen Behörden des Drittlands, in dem die Verwahrstelle ihren satzungsmäßigen Sitz hat, wenn die Verwahrstelle gemäß Artikel 21 Absatz 5 Buchstabe b dieser Richtlinie als Verwahrstelle für einen Nicht-EU-AIF benannt wird und nicht unter die Ziffern i bis iv dieses Buchstabens fällt.