Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Derde land
Land dat geen lid is van de EU
Niet-lid van de Unie

Traduction de «derde lid aangezien » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Protocol tot wijziging van artikel 14, derde lid, van de Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR)

Protokoll über die Änderung des Artikels 14 Absatz 3 des Europäischen Übereinkommens vom 30. September 1957 über die internationale Beförderung gefährlicher Güter auf der Strasse (ADR)


derde land | land dat geen lid is van de EU | niet-lid van de Unie

Drittland | Nicht-EU-Staat


illegale immigratie,illegaal verblijf en illegale arbeid door onderdanen van derde landen op het grondgebied van de Lid-Staten

illegale Einwanderung,illegaler Aufenthalt und illegale Arbeit von Staatsangehörigen dritter Länder im Hoheitsgebiet der Mitgliedstaaten
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Het bestreden artikel 122 van de wet van 5 februari 2016 heeft in artikel 3, derde lid, van de wet van 4 oktober 1867 de woorden « en daarvoor in aanmerking komt op grond van artikel 2, derde lid » opgeheven, aangezien artikel 2, derde lid, waarnaar wordt verwezen, werd opgeheven bij het bestreden artikel 121 van de wet van 5 februari 2016.

Durch den angefochtenen Artikel 122 des Gesetzes vom 5. Februar 2016 wurden in Artikel 3 Absatz 3 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 die Wörter « und kraft Artikel 2 Absatz 3 für eine Korrektionalisierung in Betracht kommt » aufgehoben, da Artikel 2 Absatz 3, auf den verwiesen wird, durch den angefochtenen Artikel 121 des Gesetzes vom 5. Februar 2016 aufgehoben wurde.


De beide universiteiten dienden lid te zijn van dezelfde universitaire academie, zodat de « Université de Liège », de « Université catholique de Louvain » en de « Université libre de Bruxelles » onderling niet konden fuseren aangezien zij geen lid konden zijn van eenzelfde academie (artikel 90, eerste en derde lid, van het decreet van 31 maart 2004, in samenhang gelezen met artikel 10, 1°, 2° en 3°, van hetzelfde decreet).

Die beiden Universitäten mussten Mitglied derselben universitären Akademie sein, sodass die « Université de Liège », die « Université catholique de Louvain » und die « Université libre de Bruxelles » nicht miteinander fusionieren konnten, denn sie konnten nicht Mitglied einer selben Akademie sein (Artikel 90 Absätze 1 und 3 des Dekrets vom 31. März 2004 in Verbindung mit Artikel 10 Nrn. 1, 2 und 3 desselben Dekrets).


De verwijzende rechter is in essentie van oordeel dat noch artikel 21, § 1, derde lid, van het decreet van 16 januari 2004, noch artikel 22, § 1, derde lid, van de wet van 20 juli 1971 erin voorziet dat een gemeente van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest het ereloon en de onkosten van de door de ambtenaar van de burgerlijke stand aangestelde geneesheer van een gemeentebestuur van een gemeente van het Vlaamse Gewest kan terugvorderen, aangezien het in de hem voorgelegde gevallen om overlijdens van personen gaat in een ander gewest da ...[+++]

Der vorlegende Richter ist im Wesentlichen der Auffassung, dass weder in Artikel 21 § 1 Absatz 3 des Dekrets vom 16. Januar 2004, noch in Artikel 22 § 1 Absatz 3 des Gesetzes vom 20. Juli 1971 vorgesehen sei, dass eine Gemeinde der Region Brüssel-Hauptstadt die Honorare und Kosten des vom Standesbeamten beauftragten Arztes von einer Gemeindeverwaltung einer Gemeinde der Flämischen Region zurückfordern könne, da es sich in den ihm unterbreiteten Fällen um Personen handele, die in einer anderen Region verstorben seien als in derjenigen, in der sie ihren Wohnsitz hätten.


Na te hebben vastgesteld dat geen van die beide bepalingen in het thans voorliggende geval als wettelijke basis kan dienen voor die beide vorderingen, aangezien de familierechtbank niet bevoegd is om te oordelen over conflicten die te maken hebben met de slechte verstandhouding tussen feitelijk samenwonenden, stelt de verwijzende rechter aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 1253ter/5, derde lid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Nachdem er festgestellt hatte, dass keine dieser beiden Bestimmungen als gesetzliche Grundlage für diese beiden Anträge dienen können, da das Familiengericht nicht befugt ist, über Konflikte in Verbindung mit dem zerrütteten Verhältnis zwischen faktisch Zusammenwohnenden zu urteilen, befragt der vorlegende Richter den Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 1253ter/5 Absatz 3 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Aangezien het Hof besluit tot een niet-schending, door de bestreden maatregelen, van het recht op collectief onderhandelen dat is gewaarborgd door artikel 27 van de Grondwet, in samenhang gelezen met onder meer artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zou de toetsing aan de standstill-verplichting, vervat in artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, niet kunnen leiden tot een ander besluit.

Da der Gerichtshof schlussfolgert, dass die angefochtene Maßnahmen nicht gegen das Recht auf kollektive Verhandlungen verstößt, das durch Artikel 27 der Verfassung in Verbindung mit unter anderem Artikel 11 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet wird, könnte die Prüfung anhand der in Artikel 23 Absatz 3 Nr. 1 der Verfassung enthaltenen Stillhalteverpflichtung nicht zu einer anderen Schlussfolgerung führen.


Er is alle reden om te geloven dat de Raad van State dezelfde interpretatie zou geven met betrekking tot de beslissingen die met toepassing van de artikelen 35, § 1, tweede lid, 40, § 7, derde lid, en 93, § 1, tweede lid, van het decreet zijn verstuurd, aangezien die bepalingen zijn opgesteld op een wijze die identiek is aan artikel 95, § 7, derde lid.

Es ist in jedem Fall davon auszugehen, dass der Staatsrat die gleiche Auslegung auf die Entscheidungen anwenden würde, die gemäß den Artikeln 35 § 1 Absatz 2, 40 § 7 Absatz 3 und 93 § 1 Absatz 2 des Dekrets übermittelt wurden, weil diese Bestimmungen den identischen Wortlaut wie Artikel 95 § 7 Absatz 3 aufweisen.


Daar de Kansspelcommissie door de verwijzende rechter als een administratieve overheid wordt gekwalificeerd, is de voorzitter van die Commissie uitgesloten van het toepassingsgebied van het in het geding zijnde artikel 357, § 4, derde lid, aangezien daarin het verkrijgen van de premie afhankelijk wordt gesteld van de daadwerkelijke uitoefening van een ambt in een rechtscollege.

Da die Kommission für Glücksspiele durch den vorlegenden Richter als Verwaltungsbehörde eingestuft wird, ist der Präsident der besagten Kommission vom Anwendungsbereich des fraglichen Artikels 357 § 4 Absatz 3 ausgeschlossen, weil dieser den Erhalt der Prämie von der tatsächlichen Ausübung eines Amtes innerhalb eines Rechtsprechungsorgans abhängig macht.


Volgens de verwijzende rechter vinden de in het geding zijnde bepalingen geen toepassing op de tenuitvoerlegging op verzoek van de schuldeiser die als eerste een hypotheek op een zeeschip heeft laten inschrijven, aangezien een zeeschip geen onroerend goed is, zodat artikel 100, tweede lid, tweede zin, van de Faillissementswet geen toepassing vindt, en aangezien een hypotheek op een zeeschip geen voorrecht is in de zin van artikel 12 van titel XVIII van boek III van het Burgerlijk Wetboek (hierna : Hypotheekwet), zodat artikel 26, derde lid, van de Faillis ...[+++]

Nach Darlegung des vorlegenden Richters seien die fraglichen Bestimmungen nicht anwendbar auf die Vollstreckung auf Betreiben der Gläubiger, die als erste eine Hypothek auf einem Seeschiff haben eintragen lassen, da ein Seeschiff kein unbewegliches Gut sei, so dass Artikel 100 Absatz 2 zweiter Satz des Konkursgesetzes nicht anwendbar sei, und da eine Hypothek auf einem Seeschiff kein Vorrecht sei im Sinne von Artikel 12 von Titel XVIII von Buch III des Zivilgesetzbuches (nachstehend: Hypothekengesetz), so dass Artikel 26 Absatz 3 des Konkursgesetzes ebenfalls nicht anwendbar sei.


Zij verwijten artikel XII. II. 21, derde lid, van hetzelfde besluit dat het de afdelingsinspecteurs 2C inschaalt in de loonschaal M5.2, en artikel XII. VII. 17 van dat besluit dat het de enkele afdelingsinspecteurs 2D in staat stelt bevorderd te worden tot de graad van politiecommissaris, zodra zij vier jaar anciënniteit in die loonschaal hebben, terwijl de afdelingsinspecteurs 2C een dergelijke automatische bevordering niet kunnen genieten, aangezien zij worden ingeschaald in de loonschaal M5.2, met toepassing van het voormelde bekra ...[+++]

Sie bemängeln, dass Artikel XII. II. 21 Absatz 3 desselben Erlasses die Abteilungsinspektoren 2C in die Gehaltstabelle M5.2 eingliedere und dass Artikel XII. VII. 17 dieses Erlasses nur den Abteilungsinspektoren 2D die Möglichkeit biete, in den Dienstgrad als Polizeikommissar aufzusteigen, sobald sie vier Dienstjahre in dieser Gehaltstabelle aufwiesen, während die Abteilungsinspektoren 2C nicht eine solche automatische Beförderung erhalten könnten, da sie in Anwendung des obenerwähnten bestätigten Artikels XII. II. 21 Absatz 3 in die Gehaltstabelle M5.2 eingegliedert würden.


Aangezien het Hof bij zijn arrest nr. 78/98, gewezen op 7 juli 1998, waarvan de beslagrechter geen kennis kon hebben gehad toen hij bij zijn vonnis van 26 juni 1998 het Hof ondervroeg, heeft geantwoord op prejudiciële vragen die, zoals in deze zaak, betrekking hadden op de voorwaarden waarin het jurisdictionele toezicht wordt uitgeoefend in het afwijkende stelsel van het derdenbeslag dat bij artikel 76, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde wordt toegestaan, staat het aan de verwijzende rechter, bij de lezing van het door het Hof gegeven ...[+++]

Da der Hof durch sein am 7. Juli 1998 erlassenes Urteil Nr. 78/98 - das dem Pfändungsrichter nicht bekannt sein konnte, als er mittels seines Urteils vom 26. Juni 1998 den Hof befragte - auf präjudizielle Fragen geantwortet hat, die sich, wie in dieser Rechtssache, auf die Voraussetzungen bezogen, unter denen die richterliche Aufsicht im abweichenden System der durch Artikel 76 § 1 Absatz 3 des Mehrwertsteuergesetzbuches erlaubten Pfändung in dritter Hand ausgeübt wird, ist es Aufgabe des Verweisungsrichters, bei der Lesung der vom Hof auf die oben behandelten präjudiziellen Fragen gegebenen Antworten zu urteilen, ob er es, unter Berücks ...[+++]




D'autres ont cherché : derde land     niet-lid van de unie     derde lid aangezien     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'derde lid aangezien' ->

Date index: 2024-11-04
w