11. is van oordeel dat diplomatieke garanties, voor zover daarin een afwijking van de normen wordt verlangd, neerkomen op een stilzwijgende erkenning van het feit dat in derde landen folteringen plaatsvinden, en acht dergelijke garanties derhalve in strijd met de verantwoordelijkheden van de EU zoals vastgelegd in de door de Raad van 9 april 2001 goedgekeurde "richtsnoeren voor een EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere vormen van wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing";
11. betrachtet diplomatische Zusicherungen, soweit sie eine Ausnahme von der Regel verlangen, als stillschweigendes Eingeständnis der Existenz von Folterungen in Drittländern, was also den Verantwortlichkeiten der Europäischen Union entgegensteht, wie sie in den vom Rat am 9. April 2001 beschlossenen "Leitlinien für die Politik der Europäischen Union gegenüber Drittländern betreffend Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe" dargelegt wurden;