Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "derde vraag aangegeven " (Nederlands → Duits) :

Moet artikel 2, lid 1, sub a, van verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten, aldus worden uitgelegd dat als voorwaarde voor de toepassing in een lidstaat van de bepalingen om „namaakgoederen” buiten het vrije verkeer te houden en te vernietigen geldt dat er „gebruik [.] in het economische verkeer” in de lidstaat volgens dezelfde als de in de tweede en de derde vraag aangegeven criteria ...[+++]

Ist Art. 2 Abs. 1 Buchst. a der Verordnung Nr. 1383/2003 des Rates vom 22. Juni 2003 über das Vorgehen der Zollbehörden gegen Waren, die im Verdacht stehen, bestimmte Rechte geistigen Eigentums zu verletzen, und die Maßnahmen gegenüber Waren, die erkanntermaßen derartige Rechte verletzen, dahingehend auszulegen, dass die Anwendung der Bestimmungen über die Verhinderung der Überführung in den zollrechtlich freien Verkehr und über die Vernichtung von „nachgeahmten Waren“ in einem Mitgliedstaat voraussetzt, dass ein „geschäftlicher Verkehr“ in dem Mitgliedstaat nach den gleichen Kriterien wie den in der Antwort auf die Fragen 2 und 3 angegebenen stattgefunden hat ...[+++]


In de toelichting bij het voorstel dat aan de oorsprong van de bestreden wet ligt, wordt aangegeven dat er « geregeld diplomatieke incidenten met derde Staten [ontstonden] doordat Belgische gerechtsdeurwaarders op vraag van een schuldeiser beslag leggen op goederen die toebehoren aan deze Staten » en dat het « daarbij [vaak] om bankrekeningen van een ambassade van een derde Staat in ons land » ging.

In den Erläuterungen zu dem Vorschlag, aus dem das angefochtene Gesetz hervorgegangen ist, heißt es, dass es « regelmäßig diplomatische Zwischenfälle mit Drittstaaten [gab], weil ein belgischer Gerichtsvollzieher auf Antrag eines Gläubigers Güter pfändet, die diesen Staaten gehören », und dass es sich « oft um Bankkonten einer Botschaft eines Drittstaates in unserem Land » handelte.


Uit de prejudiciële vraag kan worden afgeleid dat de verwijzende rechter het Hof ondervraagt over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat alle betalingen die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn verricht naar Staten zoals bedoeld in artikel 307, § 1, derde lid, van het WIB 1992 en die niet zijn aangegeven overeenkomstig die bepaling, als beroepskosten worden ver ...[+++]

Aus der Vorabentscheidungsfrage ist abzuleiten, dass der vorlegende Richter den Gerichtshof zur Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmung mit den Artikeln 10, 11 und 172 der Verfassung befragt, insofern alle Zahlungen, die direkt oder indirekt in Staaten im Sinne von Artikel 307 § 1 Absatz 3 des EStGB 1992 gegangen seien, und die nicht gemäß dieser Bestimmung angegeben worden seien, als Werbungskosten abgelehnt würden, ohne dass danach unterschieden werde, ob diese Zahlungen sich auf tatsächliche und ehrliche Geschäfte bezogen hätten od ...[+++]


De Ministerraad voert aan dat de prejudiciële vragen onontvankelijk zijn, ten eerste, omdat het Hof niet bevoegd zou zijn om artikel 57 van de WCO te toetsen aan de artikelen 49, 54 en 55 van dezelfde wet, ten tweede, omdat in de vragen niet wordt aangegeven welke categorieën van personen dienen te worden vergeleken en, ten derde, omdat de tweede prejudiciële vraag in werkelijkheid betrekking zou hebben op artikel 55 van de WCO, en dus niet op artikel ...[+++]

Der Ministerrat führt an, dass die Vorabentscheidungsfragen unzulässig seien, erstens, weil der Gerichtshof nicht befugt sei, Artikel 57 des Gesetzes über die Kontinuität der Unternehmen anhand der Artikel 49, 54 und 55 desselben Gesetzes zu prüfen, zweitens, weil in den Fragen nicht angegeben werde, welche Kategorien von Personen miteinander zu vergleichen seien, und drittens, weil die zweite Vorabentscheidungsfrage sich in Wirklichkeit auf Artikel 55 des Gesetzes über die Kontinuität der Unternehmen und somit nicht auf Artikel 57 dieses Gesetzes beziehe.


Indien artikel 1410, § 2, 5°, 1, van het Gerechtelijk Wetboek zo zou worden gelezen dat de erin bedoelde bedragen niet voor beslag vatbaar zijn in zoverre zij rechtstreeks aan de gerechtigde toekomen, maar dat daarentegen wel voor beslag (onder derden) vatbaar zijn de bedragen die door middel van het systeem van de derde-betaler niet aan de gerechtigde maar aan de zorgverstrekker toekomen, dan zou het niet het verschil in behandeling bevatten die in de vraag is aangegeven.

Wenn Artikel 1410 § 2 Nr. 5 Ziffer 1 des Gerichtsgesetzbuches so gelesen würde, dass die darin bezeichneten Beträge nicht pfändbar sind, insofern sie direkt dem Berechtigten ausgezahlt werden, dass sie hingegen aber wohl (beim Drittschuldner) pfändbar sind, wenn sie unter Anwendung des Systems des zahlenden Dritten nicht dem Berechtigten, sondern dem Pflegeleistungserbringer ausgezahlt werden, dann würde er nicht den Unterschied in der Behandlung enthalten, auf den in der Frage hingewiesen wird.


- een derde bedrijf (verbonden met de twee andere) gevestigd in het Verenigd Koninkrijk centraliseert de vraag van particulieren in Groot-Brittannië naar de in Luxemburg ten verbruike aangegeven sigaretten en belast zich met het vervoer daarvan naar het Verenigd Koninkrijk.

- ein drittes (mit den beiden anderen verbundenes) Unternehmen mit Sitz im Vereinigten Königreich bündelt Bestellungen von Privatpersonen aus dem Vereinigten Königreich über Zigaretten, die in Luxemburg in den steuerrechtlich freien Verkehr überführt wurden, und übernimmt auch die Beförderung in das Vereinigte Königreich.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'derde vraag aangegeven' ->

Date index: 2024-01-19
w