« Vervolgens zijn de rechten van derden nader omschreven in geval van bijzondere verbeurdverklaring bedoeld in artikel 42, 1°, van het Strafwetboek (zaken die het onderwerp van het misdrijf uitmaken of gediend hebben voor het plegen ervan), naar analogie van artikel 505 van hetzelfde Wetboek (inzake het witwassen van geld).
« Sodann wurden die Rechte Dritter im Falle der besonderen Einziehung im Sinne von Artikel 42 Nr. 1 des Strafgesetzbuches (Sachen, die Gegenstand der Straftat waren oder zu deren Begehung gedient haben) in Analogie zu Artikel 505 desselben Gesetzbuches (über Geldwäsche) präzisiert.