Met de eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt geschonden ten nadele van de mede-eigenaar die wordt geconfronteerd met een deelgenoot die zijn recht op het genot van de woning vrijwillig niet in natura uitoefent,
doordat hij in dat geval een vergoeding ten belope van de helft van de opbrengstwaarde van de woning verschuldigd is, terwijl de medehuurders van een gemeenschappelijk gehuurde zaak, de medevruchtgebruikers van een gemeenschappelijk in vruchtgebruik zijnde zaak, de mede-erfpachters, de medehouders van een recht van opstal en de mede
...[+++]houders van het recht van gebruik en bewoning in dergelijke omstandigheden geen vergoeding verschuldigd zouden zijn.Mit der ersten Vorabentscheidungsfrage möchte der vorlegende Richter vom Gerichtshof erfahren, ob gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstoßen werde zum Nachteil des Miteigentümers, der mit einem Miteigentümer konfrontiert werde, der sein Recht auf die Nutzung der Wohnung freiwillig nicht in natura ausübe, da er in diesem Fall eine Entschädigung in Höhe der Hälfte des Ertragswertes der Wohnung schulde, während die Mitmieter einer gemeinschaftlich gemieteten Sache, die Mitnießbraucher einer gemeinschaftlich in Nießbrauch befindlichen Sache, die Miterbpächter, die Mitinhaber eines Erbbaurechts und die Mitinhaber eines Nutzu
ngs- und Bewohnungsrechts unter den glei ...[+++]chen Umständen keine Entschädigung schuldeten.