De Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen veroordeelt enerzijds terecht de handel in vrouwen en kinderen als een ontoelaatbare schending van de grondrechten. Anderzijds veroordeelt ze het verbod op prostitutie omdat ze denkt dat een dergelijk verbod rampzalige gevolgen heeft.
So verurteilt der Ausschuß für die Rechte der Frau zwar berechtigterweise den Frauen- und Kinderhandel als unzulässige Verletzung der Grundrechte, spricht aber gleichzeitig von angeblich verhängnisvollen Auswirkungen eines Verbots der Prostitution.