De lidstaten kunnen evenwel bepalen dat voor dergelijke overbrengingen de procedure van de artikelen 21 tot en met 27 van toepassing is indien de overbrengingen uitsluitend over hun grondgebied verlopen of, indien aldus door de betrokken lidstaten is overeengekomen, tussen de grondgebieden van lidstaten verlopen.
Die Mitgliedstaaten können jedoch vorsehen, dass das in den Artikeln 21 bis 27 festgelegte Verfahren bei entsprechenden Beförderungen angewandt wird, die gänzlich in ihrem Hoheitsgebiet oder — aufgrund einer Vereinbarung zwischen den betroffenen Mitgliedstaaten — zwischen deren Hoheitsgebieten stattfinden.