1. De bevoegde autoriteiten in de inspectiepost aan de grens of het aangewezen punt van binnenkomst verrichten bij elke zending van in artikel 1 bedoelde producten een controle van de documenten en de identiteit, alsmede bij ten minste 10% van dergelijke zendingen van in artikel 2, lid 3, derde streepje, bedoelde producten en bij ten minste 20% van dergelijke zendingen van in artikel 2, lid 3, tweede streepje, bedoelde producten een fysieke controle, met inbegrip van een laboratoriumanalyse, op de aanwezigheid van jodium-131, cesium-134 en cesium-137.
(1) Die zuständigen Behörden der Grenzkontrollstelle oder des benannten Eingangsorts führen bei allen Sendungen der in Artikel 1 genannten Erzeugnisse Dokumentenprüfungen und Nämlichkeitskontrollen sowie bei mindestens 10 % der Sendungen der in Artikel 2 Absatz 3 dritter Gedankenstrich genannten Erzeugnisse und bei mindestens 20 % der Sendungen der in Artikel 2 Absatz 3 zweiter Gedankenstrich genannten Erzeugnisse Warenuntersuchungen, einschließlich Laboranalysen zum Nachweis von Iod-131, Caesium-134 und Caesium-137, durch.