Het feit dat aanleiding geeft tot het opleggen van de administratieve geldboete bepaald in artikel 1bis, § 1, 5°, C), van de wet van 30 juni 1971 is derhalve het niet meedelen, uiterlijk op het tijdstip waarop de werknemer zijn prestaties aanvat, van de gegevens bepaald in artikel 4 van het koninklijk besluit van 5 november 2002.
Der Tatbestand, der Anlass zur Auferlegung der in Artikel 1bis § 1 Nr. 5 Buchstabe C) des Gesetzes vom 30. Juni 1971 festgelegten administrativen Geldbusse gibt, ist daher die Unterlassung der Mitteilung der in Artikel 4 des königlichen Erlasses vom 5. November 2002 vorgesehenen Angaben spätestens zu dem Zeitpunkt, an dem der Arbeitnehmer mit seinen Leistungen beginnt.