Uit de controle van de Rekenkamer bleek dat de fysieke controles op binnenlandse laadplaatsen dermate voorspelbaar waren dat dit hun waarde als onaangekondigde controle ondermijnde, alsook dat de lidstaten vele fysieke controles verrichten op zendingen met een geringe waarde en een laag risico, terwijl deze controles beter kunnen worden gericht op exporten met een grotere waarde en een hoger risico.
Aufgrund seiner Prüfung gelangte der Hof zu der Schlussfolgerung, dass die Warenkontrollen am Verladeort im Binnenland in einem solchen Maße vorhersehbar waren, dass ihre Wirksamkeit als unangekündigte Prüfung gemindert wurde; außerdem nehmen die Mitgliedstaaten zahlreiche Warenkontrollen bei Ausfuhrsendungen mit einem geringen Erstattungsbetrag und niedrigem Risiko vor, anstatt ihre Kontrolltätigkeit gezielter auf Sendungen mit höheren Erstattungsbeträgen und höherem Risiko auszurichten.
