2. Indien krachtens de wetgeving van de lidstaat die uit hoofde van titel II van de basisverordening bevoegd is, geen kinderopvoedingstijdvak in aanmerking wordt genomen, blijft het orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving op de betrokkene van toepassing was omdat deze aldaar, al dan niet in loondienst, werkzaam was op het tijdstip waarop de inaanmerkingneming van het kinderopvoedingstijdvak voor het kind in kwestie krachtens die wetgeving aanving, verantwoordelijk voor de inaanmerkingneming van dit tijdvak als een tijdvak van kinderopvoeding krachtens de door dat orgaan toegepaste wetgeving, alsof de kinderopvoeding op het
grondgebied van de ...[+++]desbetreffende lidstaat had plaatsgevonden. 2. Wird nach den Rechtsvorschriften des gemäß Titel II der Grundverordnung zuständigen Mitgliedstaats keine Kindererziehungszeit berücksichtigt, so bleibt der Träger des Mitgliedstaats, dessen Rechtsvorschriften nach Titel II der Grun
dverordnung auf die betreffende Person anwendbar waren, weil diese Person zu dem Zeitpunkt, zu dem die Berücksichtigung der Kindererziehungszeit für das betreffende Kind nach diesen Rechtsvorschriften begann, eine Beschäftigung oder eine selbstständige Erwerbstätigkeit ausgeübt hat, zuständig für die Berücksichtigung dieses Zeitraums als Kindererziehungszeit nach seinen eigenen Rechtsvorschriften, so als hät
...[+++]te diese Kindererziehung in seinem eigenen Hoheitsgebiet stattgefunden.