4. Met betrekking tot onder artikel 9, lid 1, onder c) of e), vallende strafbare feiten bepalen de lidstaten op grond van het nationale recht de voorwaarden waarop zij op basis van een beoordeling van het individuele geval aan betrokken onderdanen van derde landen een verblijfsvergunning van beperkte duur kunnen afgeven, gekoppeld aan de lengte van de desbetreffende nationale procedure, op basis van regelingen die vergelijkbaar zijn met die welke gelden voor onderdanen van een derde land die vallen onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/81/EG.
(4) Mit Blick auf die Straftaten nach Artikel 9 Absatz 1 Buchstaben c oder e legen die Mitgliedstaaten nach innerstaatlichem Recht die Bedingungen fest, unter denen sie den betroffenen Drittstaatsangehörigen — vergleichbar mit Drittstaatsangehörigen, die unter die Bestimmungen der Richtlinie 2004/81/EG fallen — im Einzelfall befristete Aufenthaltstitel, entsprechend der Dauer der betreffenden innerstaatlichen Verfahren, gewähren können.