33. is van mening dat de mogelijkheid van het toekennen van staatssteun aan grote bedrijven niet alleen moet afhangen van de omvang van het bedrijf of de sector waarin het opereert, maar tevens van het aantal banen dat naar schatting kan
worden gecreëerd en behouden dankzij de stimuleringsmaatregel, de kwaliteit en de duurzaamheid van
de banen of van het desbetreffende project en van de langetermijneffecten op de
ontwikkeling van de regio, met inbegrip van d ...[+++]e sociale aspecten; benadrukt dat het overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel aan de lidstaten, de betrokken regio's en de plaatselijke overheden moet worden overgelaten te bepalen welke specifieke projecten de meeste mogelijkheden bieden om de doelstellingen van EU-beleid te realiseren; 33. ist der Auffassung, dass die Förderfähigkeit von Großunternehmen hinsichtlich Vergünstigungen der staatlichen Beihilfe nicht nur auf der Grundlage der Größe des Unternehmens und des Sektors, in dem es tätig ist, sondern auch auf der Grundlage der geschätzten Zahl von Arbeitsplätzen, die durch die Vergünstigung gesc
haffen und erhalten werden könnten, der Qualität und Nachhaltigkeit dieser Arbeitsplätze oder der
Nachhaltigkeit des betreffenden Projekts sowie der langfristigen Auswirkungen auf
die Entwicklung der ...[+++]Region, einschließlich der sozialen Aspekte, bestimmt werden sollte; betont, dass unter Einhaltung des Subsidiaritätsprinzips Entscheidungen, durch die festgestellt wird, welche bestimmten Projekte über das größte Potenzial zur Erreichung der Ziele der EU-Politik verfügen, den Mitgliedstaaten, den betreffenden Regionen und den lokalen Behörden überlassen bleiben sollten;