Uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, met betrekking tot artikel 6.1 van het Verdrag - dat reeds vóór de aanhangigmaking van de zaak bij de feitenrechter van toepassing is (arrest van 24 november 1993) - blijkt dat iedere partij in beginsel d
e mogelijkheid moet hebben niet alleen om de elementen te
doen kennen die noodzakelijk zijn voor het succes van haar beweringen, maar ook om kennis te nemen van elk aan de rechter voorgelegd stuk of elke aan hem voorgelegde opmerking en erover te discussiëren om zijn beslissing te beïnvloeden en dat de inach
...[+++]tneming van het contradictoir karakter van een procedure, wanneer de rechtbank een deskundigenonderzoek beveelt, voor de partijen de mogelijkheid inhoudt om de elementen die door de deskundige in aanmerking worden genomen voor de vervulling van zijn opdracht, te betwisten (arrest van 18 maart 1997).Aus der Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofes für Menschenrechte zu Artikel 6 Absatz 1 der Konvention - der bereits vor der Befassung des Tatrichters Anwendung finde (Urteil vom 24. November 1993) - gehe hervor, dass jede Partei grundsätzl
ich die Möglichkeit haben müsse, nicht nur die Elemente mitzuteilen, die für den Erfolg ihrer Behauptungen erforderlich seien, sondern auch jedes Dokument oder jede Anmerkung zur Kenntnis zu nehmen und zu erörtern, das beziehungsweise die dem Richter unterbreitet werde, um seine Entscheidung zu beeinflussen, und dass die Beachtung der kontradiktorischen Beschaffenheit eines Verfahrens in dem Fal
...[+++]l, wo das Gericht eine Begutachtung anordne, für die Parteien die Möglichkeit voraussetze, vor dem Sachverständigen die von ihm zur Erfüllung seines Auftrags berücksichtigten Elemente anzufechten (Urteil vom 18. März 1997).