(b) complementaire grondcomponenten voor mobiele satellietsystemen zouden onder controle moeten staan van het satellietcapaciteit- en netwerkbeheersmechanisme; ze zouden dezelfde transmissierichting en dezelfde gedeeltes van frequentiebanden moeten gebruiken als de bijbehorende satellietcomponenten en zouden de spectrumbehoefte van het bijbehorende mobiele satellietsysteem niet mogen verhogen;
(b) Die zugehörige Bodenkomponente des Satellitenmobilfunksystems sollte vom satellitengestützten Ressourcen- und Netzmanagementsystem gesteuert werden. Sie sollte die Übertragung auf den gleichen Frequenzen und in der gleichen Signalrichtung wie das zugehörige Satellitensegment vornehmen und sollte den Frequenzbedarf des zugehörigen Satellitenmobilfunksystems nicht erhöhen.