Wanneer een lidstaat toestaat dat in eigen land op zijn in artikel 3, lid 2, onder a), bedoelde wisselkantoren en geldtransactie- of geldovermakingskantoren een beroep wordt gedaan als derden, staat die lidstaat hen in elk geval toe de uitkomst van de in artikel 8, lid 1, onder a) tot en met c), vastgelegde "ken-uw-cliënt"-
procedures die door dezelfde categorie instellingen van een andere lidstaat overeenkomstig deze richtlijn zijn uitge
voerd en die aan de vereisten van de artikelen 16 en 18 voldoen, te erkennen en te aanvaarden, over
...[+++]eenkomstig het bepaalde in artikel 14, ook al zijn de documenten of gegevens voor het vervullen van deze vereisten verschillend van die welke vereist zijn in de lidstaat waarnaar de cliënt wordt doorverwezen.In den Fällen, in denen ein Mitgliedstaat zulässt, dass seine in Artikel 3 Nummer 2 Buchstabe a genannten Wechselstuben und Unternehmen, die das Finanztransfergeschäft betreiben, im Inland als Dritte in Anspruch genommen werden, gestattet er diesen auf jeden Fall, das Ergebnis der in Artikel 8 Absatz 1 Buchstaben a bis c festgelegten Verfahren zur Feststellung der K
undenidentität nach Artikel 14 anzuerkennen und zu akzeptieren, die gemäß dieser Richtlinie von derselben Kategorie von Institut in einem anderen Mitgliedstaat durchgeführt wurden und die Anforderungen nach den Artikeln 16 und 18 erfüllen, auch wenn es sich bei den Dokumenten
...[+++]oder Daten, die in Bezug auf diese Anforderungen zugrunde gelegt wurden, um andere Dokumenten oder Daten handelt als jene, die in dem Mitgliedstaat vorgeschrieben sind, an den der Kunde sich wendet.