1. Indien met betrekking tot in artikel 40, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde gevallen de in dat lid vermelde landbouwmilieuverbintenissen verstrijken na de uiterste datum die tijdens het eerste jaar van toepassing van de bedrijfstoeslagregeling geldt voor de indiening van een aanvraag tot betaling in het kader van die regeling, stellen de lidstaten in het eerste jaar van toepassing van de bedrijfstoeslagregeling voor elke betrokken landbouwer referentiebedragen vast overeenkomstig artikel 40, leden 1, 2 of 3, of lid 5, tweede alinea, van die verordening met dien verstand dat elke dubbele betaling in het kader van die landbouwmilieuverbintenissen uitgesloten is.
1. Bei Fällen gemäß Artikel 40 Absatz 5 der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 setzt der betreffende Mitgliedstaat bei Auslaufen der dort genannten Agrarumweltverpflichtungen nach Ablauf der Frist für die Antragstellung auf Zahlung im Rahmen der Betriebsprämienregelung in deren erstem Anwendungsjahr für jeden betroffenen Betriebsinhaber gemäß Artikel 40 Absätze 1, 2 bzw. 3 oder Absatz 5 Unterabsatz 2 der genannten Verordnung die Referenzbeträge fest, vorausgesetzt dass im RahmendieserAgrarumweltverpflichtungenjegliche Doppelzahlungenvermieden werden.