Wanneer een subsidieaanvraag overeenkomstig artikel 131, lid 2, van het Financieel Reglement wordt ingediend door een aanvrager die geen rechtspersoonlijkheid heeft, dienen de vertegenwoordigers van die aanvrager het bewijs over te leggen dat zij bevoegd zijn, namens de aanvrager juridische verbintenissen aan te gaan, en dat de aanvrager beschikt over een financiële en operationele geschiktheid gelijkwaardig met die van rechtspersonen.
Im Falle eines Antragstellers, der, wie in Artikel 131 Absatz 2 der Haushaltsordnung vorgesehen, keine Rechtspersönlichkeit besitzt, muss der Vertreter dieses Antragstellers nachweisen, dass er befugt ist, in dessen Namen rechtliche Verpflichtungen einzugehen, und dass die finanzielle und operative Leistungsfähigkeit des Antragstellers der von juristischen Personen gleichwertig ist.