(1) Onverminderd de bepalingen in verband met de opschorting van de hulp die zijn opgenomen in de met de partnerlanden en –regio’s gesloten partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten, kan de Raad, wanneer een partnerland de in deze verordening bedoelde beginselen niet eerbiedigt nadat het advies van het Europees Parlement is ingewonnen en op een door de Commissie gelijktijdig bij het Europees Parlement en de Raad in te dienen voorstel, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de nodige maatregelen nemen in verband met de hulp die krachtens deze verordening aan het partnerland is verleend.
1. Werden die Bestimmungen dieser Verordnung von einem Partnerland nicht eingehalten, so kann der Rat unbeschadet der Bestimmungen über die Aussetzung der Hilfe, die in den mit den Partnerländern und -regionen geschlossenen Partnerschafts- und Kooperationsabkommen vorgesehen sind, nach Einholung der Stellungnahme des Europäischen Parlaments auf einen Vorschlag der Kommission hin, der gleichzeitig an das Europäische Parlament und den Rat zu übermitteln ist, mit qualifizierter Mehrheit geeignete Maßnahmen hinsichtlich sämtlicher dem Partnerland nach dieser Verordnung gewährter Hilfen ergreifen.