De bijkantoren van instellingen voor elektronisch geld die hun hoofdkantoor buiten de Gemeenschap hebben, mogen niet in aanmerking komen voor de vrijheid van vestiging uit hoofde van artikel 43 van het Verdrag in andere lidstaten dan die waarin zij gevestigd zijn, noch voor het vrij verrichten van diensten uit hoofde van artikel 49, tweede alinea, van het Verdrag.
Die Zweigniederlassungen von Kreditinstituten mit Sitz außerhalb der Gemeinschaft sollten weder in den Genuss der Niederlassungsfreiheit gemäß Artikel 43 des Vertrags in anderen Mitgliedstaaten als dem, in dem sie nicht errichtet sind, kommen noch in den Genuss des freien Dienstleistungsverkehrs gemäß Artikel 49 Absatz 2 des Vertrags.