Volgens de Vlaamse Regering leidt die bepaling ertoe dat de leden 1, 2 en 3 van artikel 15 van de Dienstenrichtlijn niet dienen te worden toegepast op de artikelen 4.1.16 tot 4.1.26 van het Grond- en pandendecreet, aangezien die bepalingen essentieel zouden zijn voor de dienst van algemeen economisch belang die de sociale huisvesting is.
Nach Darlegung der Flämischen Regierung führe diese Bestimmung dazu, dass die Absätze 1, 2 und 3 von Artikel 15 der Dienstleistungsrichtlinie nicht auf die Artikel 4.1.16 bis 4.1.26 des Grundstücks- und Immobiliendekrets angewandt werden müssten, da diese Bestimmungen wesentlich seien für die Dienstleistung von allgemeinem wirtschaftlichem Interesse, die das soziale Wohnungswesen darstelle.