Om de verdere ontwikkeling van een beginnende biologische dierhouderij te garanderen, zijn op grond van Verordening (EEG) nr. 2092/91 tijdelijke afwijkingen voor het aanbinden en huisvesten van dieren en voor de veebezetting vastgesteld.
Um die Entwicklung der noch jungen ökologischen/biologischen Tierhaltung zu fördern, waren im Rahmen der Verordnung (EWG) Nr. 2092/91 gewisse befristete Ausnahmen von den Vorschriften für die Anbindehaltung von Tieren, ihre Unterbringung und die Besatzdichten zulässig.