Gelet op de aanzienlijke controverse onder deskundigen in de wetenschappelijke wereld en de maatschappij als geheel met betrekking tot de prestaties op het gebied van de vermindering van broeikasgassen en de negatieve neveneffecten van de productie van biobrandstoffen van de eerste
generatie (ethanol/diesel uit voedingsgewassen), moeten op
zijn minst 50% van de biobrandstoffen die voor de broeikasgasdoelstelling in deze richtlijn en voor financiële of an
dere stimulansen in aanmerking komen, biobrandstof ...[+++]fen van de tweede generatie zijn (brandstoffen uit houtcellulose), met het oog op de geleidelijke afschaffing van biobrandstoffen van de eerste generatie tegen 2020.Angesichts der tief gehenden Meinungsverschiedenheiten zwischen den wissenschaftlichen Fachleuten und in der Allgemeinheit über die bei der Verringerung der Treibhausgasemissionen erzielten Erfolge und die unerwünschten Nebenwirkungen der Produktion der ersten Generation von Biokraftst
offen (Ethanol bzw. Diesel aus Nahrungspflanzen) sollten mindestens 50 % der für die in dieser Richtlinie angestrebten Verringerung der Treibhausgasemissionen und für (finanzielle) Anreize geeigneten Biokraftstoffe der zweiten Generation (Kraftstoffe mit holzartigem Ursprung) angehören, sodass die erste Generation von Biokraftstoffen bis 2020 nach und nach
...[+++]aus dem Verkehr gezogen wird.