Aldus heeft hij de situatie willen regelen van de werkende rechters benoemd vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 juli 1991 en die om eervolle redenen wegens onverenigbaarheid ontslag hebben gekregen, door ze op dezelfde manier te behandelen als de andere werkende rechters benoemd vóór diezelfde datum, daar hij van oordeel was dat het niet logisch is dat rechters die eervol ontslag kregen opnieuw het examen zouden moeten afleggen om hun oude functie weer op te nemen (Parl. St., Senaat, 1993-1994, nr. 1168-1, pp. 3 en 4).
Somit hat er die Situation der vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 18. Juli 1991 ernannten aktiven Richter, denen ehrenvolle Demission wegen Unvereinbarkeit gewährt worden ist, regeln wollen, indem er sie auf gleiche Weise behandelt wie die anderen akt
iven, vor demselben Datum ernannten Richter, da er
der Auffassung war, dass es nicht logisch wäre, dass Richter, denen ehrenvolle Demission gewährt worden ist, erneut Prüfungen ablegen müssten, um ihre frühere Funktion wieder zu bekleiden (Parl. Dok., Senat, 1993-1994, Nr. 1168-1, SS.
...[+++] 3 und 4).