Bijgevolg dient het Hof niet na te gaan of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de in B.2.1 vermelde grondwetsartikelen, met internationale verdragsbepalingen en met het algemeen rechtsbeginsel non bis in idem in de interpretatie dat de solidariteitsbijdrage bepaald in artikel 22quater van de wet van 27 juni 1969 kan worden opgelegd « naast en boven » de straffen bepaald in artikel 35 van diezelfde wet van 27 juni 1969.
Folglich braucht der Gerichtshof nicht zu prüfen, ob die fragliche Bestimmung vereinbar ist mit den in B.2.1 angeführten Verfassungsartikeln, mit internationalen Vertragsbestimmungen und mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz non bis in idem in der Auslegung, dass der Solidaritätsbeitrag im Sinne von Artikel 22quater des Gesetzes vom 27. Juni 1969 « zusammen mit » den Strafen im Sinne von Artikel 35 desselben Gesetzes vom 27. Juni 1969 auferlegt werden kann.