In het licht van het absolute verbod op folter en andere vormen van mishandeling hebben sommige staten de praktijk verdedigd om van terrorisme verdachte personen over te brengen naar andere staten, waarbij zij benadrukken dat zij diplomatieke toezeggingen vragen dat de gearresteerde personen niet zullen worden gefolterd.
Im Lichte des absoluten Verbots von Folter und anderer Formen der Misshandlung haben Staaten ihr Vorgehen verteidigt, angebliche Terrorismusverdächtige in andere Länder zu überstellen, wobei sie nachdrücklich darauf hinwiesen, dass sie sich um diplomatische Zusicherungen bemühten, dass die Häftlinge nicht gefoltert würden.