Vermits beide categorieën voor de duur van hun aanwijzing de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, verkrijgen, maakt het bestreden artikel 14 geen onderscheid tussen, enerzijds, personeelsleden van het basiskader die, op de datum van de oprichting van een korps van de lokale politie, zijn aangewezen voor een betrekking in een opsporings- en recherchedienst van de lokale politie en, anderzijds, personeelsleden die zijn aangewezen voor de algemene directie gerechtelijke politie of voor de gedeconcentreerde gerechtelijke eenheden.
Da beide Kategorien für die Dauer ihrer Benennung die Eigenschaft als Gerichtspolizeioffizier, Hilfsbeamter des Prokurators des Königs erhalten, unterscheidet der angefochtene Artikel 14 zwischen einerseits Personalmitgliedern im einfachen Dienst, die am Datum der Schaffung eines Korps der lokalen Polizei in einer Stelle in einem Ermittlungs- und Fahndungsdienst der lokalen Polizei benannt sind, und andererseits Personalmitgliedern, die für die Generaldirektion der Gerichtspolizei oder für die dekonzentrierten gerichtspolizeilichen Einheiten benannt sind.