Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Afwas doen
Afwassen
Bestrijding van discriminatie
Boodschappen doen voor klanten
Boodschappen voor gasten doen
Discriminatie
Discriminatie op grond van etnische afkomst
Discriminatie op grond van godsdienst
Discriminatie op grond van politieke opvatting
Discriminatie op grond van seksuele geaardheid
Discriminatie van homoseksuelen
Discriminerende behandeling
Etnische discriminatie
Iets voor gasten doen
Klusjes doen voor klanten
Politieke discriminatie
Religieuze discriminatie
Vaat doen
Verdrag betreffende discriminatie in arbeid en beroep

Traduction de «discriminatie zou doen » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
bestrijding van discriminatie [ discriminatie | discriminerende behandeling ]

Kampf gegen die Diskriminierung [ diskriminierende Behandlung ]


discriminatie op grond van seksuele geaardheid [ discriminatie op grond van het behoren tot een seksuele minderheid | discriminatie van homoseksuelen ]

Diskriminierung aufgrund der sexuellen Orientierung [ Diskriminierung von Homosexuellen ]


boodschappen voor gasten doen | klusjes doen voor klanten | boodschappen doen voor klanten | iets voor gasten doen

Botengänge erledigen | für Kundinnen und Kunden Besorgungen übernehmen | Besorgungen für Kundinnen und Kunden machen | Einkäufe für Kundinnen und Kunden erledigen


discriminatie op grond van politieke opvatting [ politieke discriminatie ]

politische Diskriminierung


discriminatie op grond van etnische afkomst | etnische discriminatie

Diskriminierung aus ethnischen Gründen


Verdrag betreffende discriminatie (arbeid en beroep), 1958 | Verdrag betreffende discriminatie in arbeid en beroep

Übereinkommen über die Diskriminierung in Beschäftigung und Beruf


discriminatie op grond van godsdienst | religieuze discriminatie

Diskriminierung aus Gründen der Religionszugehörigkeit | Diskriminierung wegen der Religion


ongeruste personen die een noodoproep doen ondersteunen | verontruste personen die een noodoproep doen ondersteunen

verzweifelten Meldern von Notfällen helfen


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
De verzoekende partijen klagen aan dat die bepaling die vergoeding niet waarborgt voor de producent die zijn rechten aan een andere producent heeft overgedragen, hetgeen ten nadele van een categorie van rechthebbenden een discriminatie zou doen ontstaan die noch objectief, noch redelijk verantwoord zou zijn.

Die klagenden Parteien bemängeln, dass diese Bestimmung diese Vergütung nicht den Produzenten gewährleiste, die ihre Rechte an einen anderen Produzenten abgetreten hätten, sodass eine Diskriminierung zum Nachteil einer Kategorie von Anspruchsberechtigten eingeführt werde, die weder objektiv, noch vernünftig gerechtfertigt sei.


De verwijzende rechter vraagt het Hof of het in het geding zijnde artikel 62, achtste lid, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een discriminatie zou doen ontstaan tussen de overtreders die als natuurlijke persoon houder zijn van een nummerplaat en de overtreders die rijden met een voertuig dat op naam van een rechtspersoon is ingeschreven.

Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit des in Rede stehenden Artikels 62 Absatz 8 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern er eine Diskriminierung einführe zwischen Zuwiderhandelnden, die als natürliche Person Inhaber eines Nummernschildes seien, und Zuwiderhandelnden, die ein Fahrzeug führten, das auf den Namen einer juristischen Person zugelassen sei.


De verwijzende rechter stelt het Hof vragen over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het in het geding zijnde artikel 62, achtste lid, in zoverre het een discriminatie zou doen ontstaan tussen de overtreders die als natuurlijke persoon houder zijn van een nummerplaat en de overtreders die rijden met een voertuig dat op naam van een rechtspersoon is ingeschreven.

Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit des fraglichen Artikels 62 Absatz 8 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern er eine Diskriminierung einführe zwischen Zuwiderhandelnden, die als natürliche Person Inhaber eines Nummernschildes seien, und Zuwiderhandelnden, die ein Fahrzeug führten, das auf den Namen einer juristischen Person zugelassen sei.


De geïntimeerde partij voor de verwijzende rechter voert aan dat de in het geding zijnde bepaling een andere discriminatie zou doen ontstaan onder ondernemingen die een opschorting genieten, naargelang hun activiteit al dan niet binnen het toepassingsgebied van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 valt.

Die vor dem vorlegenden Richter beklagte Partei führt an, die fragliche Bestimmung führe eine weitere Diskriminierung zwischen Unternehmen, die einen Aufschub erhalten hätten, ein, je nachdem ob ihre Tätigkeit zum Anwendungsbereich von Artikel 30bis des Gesetzes vom 27. Juni 1969 gehöre oder nicht.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
In de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij een discriminatie zou doen ontstaan tussen de personen die tijdens het huwelijk zijn geboren en degenen die buiten het huwelijk zijn geboren, aangezien voor het onderzoek naar het vaderschap ten opzichte van een kind dat buiten het huwelijk is geboren niet de voorwaarde van bezit van staat wordt gesteld.

In der ersten präjudiziellen Frage wird der Hof gebeten, sich zur Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu äussern, insofern sie eine Diskriminierung zwischen den während der Ehe geborenen Personen und den ausserehelich geborenen Personen einführe, da die Bedingung des Besitzes des Standes nicht für die Vaterschaftsermittlung in Bezug auf ausserehelich geborene Kinder vorgesehen sei.


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 januari 2016 in zake F.D. tegen M.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 februari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek, dat de feitelijk samenwonenden duidelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, in het geval dat een feitelijk samenwonende zich tegenover de andere schuldig zou heb ...[+++]

Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 13. Januar 2016 in Sachen F.D. gegen M.V., dessen Ausfertigung am 3. Februar 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Gerichts erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 1253ter/5 in fine des Gerichtsgesetzbuches, der die faktisch Zusammenwohnenden eindeutig von seinem Anwendungsbereich ausschließt, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen ...[+++]


1. De lidstaten nemen, overeenkomstig hun nationale rechtsstelsels, de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat, wanneer personen die zich door niet-toepassing te hunnen aanzien van het beginsel van gelijke behandeling benadeeld achten, voor de rechter of een andere bevoegde instantie feiten aanvoeren die directe of indirecte discriminatie kunnen doen vermoeden, de verweerder dient te bewijzen dat het discriminatieverbod niet werd geschonden.

1. Die Mitgliedstaaten ergreifen im Einklang mit ihrem nationalen Gerichtswesen die erforderlichen Maßnahmen, um zu gewährleisten, dass immer dann, wenn Personen, die sich durch die Nichtanwendung des Gleichbehandlungsgrundsatzes für verletzt halten und bei einem Gericht oder einer anderen zuständigen Stelle Tatsachen glaubhaft machen, die das Vorliegen einer unmittelbaren oder mittelbaren Diskriminierung vermuten lassen, es der beklagten Partei obliegt zu beweisen, dass keine Verletzung des Gleichbehandlungsgrundsatzes vorgelegen hat.


1. De lidstaten nemen, overeenkomstig hun nationale rechtsstelsels, de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat wanneer iemand die zich door niet-toepassing te zijnen aanzien van het beginsel van gelijke behandeling benadeeld acht, voor de rechter of een andere bevoegde instantie feiten aanvoert die directe of indirecte discriminatie kunnen doen vermoeden, de verweerder moet bewijzen dat het beginsel van gelijke behandeling niet is geschonden.

(1) Die Mitgliedstaaten ergreifen im Einklang mit dem System ihrer nationalen Gerichtsbarkeit die erforderlichen Maßnahmen, nach denen dann, wenn Personen, die sich durch die Verletzung des Gleichbehandlungsgrundsatzes für beschwert halten und bei einem Gericht bzw. einer anderen zuständigen Stelle Tatsachen glaubhaft machen, die das Vorliegen einer unmittelbaren oder mittelbaren Diskriminierung vermuten lassen, es dem Beklagten obliegt zu beweisen, dass keine Verletzung des Gleichbehandlungsgrundsatzes vorgelegen hat.


1. De lidstaten nemen, overeenkomstig hun nationale rechtsstelsels, de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat, wanneer personen die zich door niet-toepassing te hunnen aanzien van het beginsel van gelijke behandeling benadeeld achten, voor de rechter of een andere bevoegde instantie feiten aanvoeren die directe of indirecte discriminatie kunnen doen vermoeden, de verweerder dient te bewijzen dat het beginsel van gelijke behandeling niet werd geschonden.

(1) Die Mitgliedstaaten ergreifen im Einklang mit ihrem nationalen Gerichtswesen die erforderlichen Maßnahmen, um zu gewährleisten, dass immer dann, wenn Personen, die sich durch die Nichtanwendung des Grundsatzes der Gleichbehandlung in ihren Rechten für verletzt halten und bei einem Gericht oder einer anderen zuständigen Behörde Tatsachen glaubhaft machen, die das Vorliegen einer unmittelbaren oder mittelbaren Diskriminierung vermuten lassen, es dem Beklagten obliegt zu beweisen, dass keine Verletzung des Grundsatzes der Gleichbehandlung vorgelegen hat.


1. De lidstaten nemen, overeenkomstig hun nationale rechtsstelsels, de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat, wanneer personen die zich door niet-toepassing te hunnen aanzien van het beginsel van gelijke behandeling benadeeld achten, voor de rechter of een andere bevoegde instantie feiten aanvoeren die directe of indirecte discriminatie kunnen doen vermoeden, de verweerder dient te bewijzen dat het beginsel van gelijke behandeling niet werd geschonden.

(1) Die Mitgliedstaaten ergreifen im Einklang mit ihrem nationalen Gerichtswesen die erforderlichen Maßnahmen, um zu gewährleisten, dass immer dann, wenn Personen, die sich durch die Nichtanwendung des Gleichbehandlungsgrundsatzes für verletzt halten und bei einem Gericht oder einer anderen zuständigen Stelle Tatsachen glaubhaft machen, die das Vorliegen einer unmittelbaren oder mittelbaren Diskriminierung vermuten lassen, es dem Beklagten obliegt zu beweisen, dass keine Verletzung des Gleichbehandlungsgrundsatzes vorgelegen hat.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'discriminatie zou doen' ->

Date index: 2022-11-25
w