- moeten de vervaardiging, de verwerving en het opzettelijk in bezit hebben van kinderpornografie in het algemeen strafbaar worden gesteld, ook als een en ander niet gebeurt met het oog op de distributie ervan, zulks overeenkomstig het gemeenschappelijk optreden van 24 februari 1997, dat niet voorziet in een dergelijke beperking?
Soll die Herstellung, der Erwerb und der Besitz von Kinderpornografie generell strafbar sein, auch dann, wenn damit keine Vertriebszwecke verfolgt werden? Dies entspräche der Gemeinsamen Maßnahme vom 24. Februar 1997, die eine solche Einschränkung nicht enthält.