1. De in artikel 5, lid 2, onder a) en b), van deze verordening bedoelde stoffen en de in artikel 5, lid 2, onder b), van deze verordening bedoelde stoffen die met behulp van technieken zoals enting of immobilisatie worden toegevoegd of verwerkt, moeten worden gebruikt met inachtneming van de desbetreffende communautaire en nationale bepalingen inzake levensmiddelen en moeten voldoen aan Verordening (EG) nr. 1935/2004 en, voor zover van toepassing, de uitvoeringsmaatregelen daarvan.
(1) Freigesetzte aktive Stoffe im Sinne von Artikel 5 Absatz 2 Buchstabe a der vorliegenden Verordnung und Stoffe, die im Sinne von Artikel 5 Absatz 2 Buchstabe b durch Techniken wie Pfropfung oder Immobilisierung integriert oder hinzugefügt worden sind, müssen in vollem Einklang mit dem einschlägigen Lebensmittelrecht der Gemeinschaft und der Mitgliedstaaten genutzt werden und den Bestimmungen der Verordnung (EG) Nr. 1935/2004 und, soweit anwendbar, deren Durchführungsmaßnahmen entsprechen.