Artikel 248 van het Wetboek van Strafvordering schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, afzonderlijk beschouwd of in samenhang gelezen met de bepalingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre daaruit voortvloeit dat een onderzoek dat is afgesloten met een beslissing van buitenvervolgingstelling, wegens het inkomen van nieuwe bezwaren enkel kan worden heropend op het initiatief van het openbaar ministerie en niet op dat van de burgerlijke partij.
Artikel 248 des Strafprozessgesetzbuches verstösst nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, allein oder in Verbindung mit den Bestimmungen der Europäischen Menschenrechtskonvention, insoweit daraus hervorgeht, dass eine durch einen Einstellungsbeschluss abgeschlossene Untersuchung wegen des Auftauchens neuer belastender Tatsachen nur auf Initiative der Staatsanwaltschaft wieder eröffnet werden kann und nicht auf Initiative der Zivilpartei.