Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat de taken waarmee de ambtenaren van de Administratie der douane en accijnzen in het kader van de opsporing van douane- en accijnsmisdrijven krachtens de onderzochte artikelen van de A.W.D.A. zijn belast, veeleer aanleunen bij de taken die in een gemeenrechtelijk opsporingsonderzoek (gevoerd onder leiding van de procureur des Konings) worden verricht, dan wel bij de taken die in een gerechtelijk onderzoek (gevoerd onder leiding van de onderzoeksrechter) worden behartigd.
Aus dem Vorhergehenden wird ersichtlich, dass die Aufgaben, die den Beamten der Zoll- und Akzisenverwaltung im Rahmen der Ermittlung bei Zoll- und Akzisenvergehen kraft der geprüften Artikel des AZAG obliegen, mehr mit den Aufgaben gemeinsam haben, die in einer gemeinrechtlichen Voruntersuchung (geführt unter Leitung des Prokurators des Königs) durchgeführt werden, als mit den Aufgaben, die in einer gerichtlichen Untersuchung (geführt unter Leitung des Untersuchungsrichters) wahrgenommen werden.