4. De bevoegde autoriteit bepaalt de frequentie en grondigheid van de in lid 1 bedoelde toetsing en evaluatie, waarbij zij rekening houdt met de omvang, het systeemkritische karakter, het wezen, de schaal en de complexiteit van de activiteiten van de betrokken csd.
4. Die zuständige Behörde legt die Häufigkeit und die Intensität der Überprüfung und Bewertung nach Absatz 1 unter Berücksichtigung der Größe, der Systemrelevanz, der Art, des Umfangs und der Komplexität der Geschäfte des betreffenden Zentralverwahrers fest.