5. erkent dat de “groene economie” een bron van beroepskwalificatie en werkgelegenhei
d is en verzoekt om financiële ondersteuning daarvan, zodat mede hierdoor op plaatselijk niveau kan worden gewerkt aan capaciteitsopbouw en uitbreiding van plaatselijke en traditionele kennis met betrekking tot het streven naar bescherming van de biodiversit
eit; benadrukt het feit dat ongeveer 30 % van all
...[+++]e toewijzingen voor het cohesiebeleid voor 2007-2013 beschikbaar is voor activiteiten die een bijzonder effect hebben op duurzame groei; roept lidstaten en met name de plaatselijke en regionale autoriteiten op om met betrekking tot de strijd tegen het biodiversiteitsverlies actiever op te treden en meer te investeren in natuurlijk kapitaal, en de voor de preventie van natuurrampen bestemde middelen voor regionaal beleid ook te gebruiken voor de instandhouding van natuurlijke rijkdommen en de aanpassing aan de klimaatverandering, met name met het oog op de programmeringsperiode 2014-2020; 5. stellt fest, dass die „grüne Wirtschaft“ eine Möglichkeit ist, Qualifikationen aufzubauen und Beschäftigung zu schaffen, und fordert ihre Unterstützung mit Finanzmitteln, so dass im Kampf zum Schutz der Biodiversität Kapazitäten auf lokal
er Ebene geschaffen werden und zwar basierend auf lokalem und traditionellem Wissen; unterstreicht die Tatsache, dass etwa 30 % der gesamten Zuweisungen für Kohäsionspolitik für die Jahre 2007 – 2013 für Aktivitäten zur Verfügung stehen, die besondere Auswirkungen auf nachhaltiges Wachstum haben; hält Mitgliedstaaten
...[+++] und insbesondere kommunale und regionale Behörden bezüglich der Bemühungen, dem Verlust an Biodiversität Einhalt zu gebieten, dazu an, aktiver zu werden, mehr in Naturkapital zu investieren und Geldmittel der Regionalpolitik zur Verhütung natürlicher Risiken einzusetzen, auch als Instrument zur Bewahrung natürlicher Ressourcen und zur Anpassung an den Klimawandel, insbesondere im Hinblick auf den Programmplanungszeitraum 2014-2020;