Het eerste, het tweede en het vierde middel hebben enkel betrekking op artikel 3 van het bestreden decreet van 24 juli 1996 in zoverre die bepaling toepasselijk is op niet-professionele sportbeoefenaars die op basis van een arbeidsovereenkomst zijn tewerkgesteld, maar niet meer verdienen dan het minimumloon bepaald krachtens de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars.
Der erste, der zweite und der vierte Klagegrund bezögen sich lediglich auf Artikel 3 des angefochtenen Dekrets vom 24. Juli 1996, insofern diese Bestimmung auf die nichtprofessionellen Sportler anwendbar sei, die mit einem Arbeitsvertrag angestellt seien, jedoch nicht mehr verdienten als den im Gesetz vom 24. Februar 1978 über den Arbeitsvertrag für entlohnte Sportler vorgesehenen Mindestlohn.