In dit verband voert zij aan dat de aan TW opgelegde geldboete te hoog was aangezien haar beschikkingspraktijk en de ernst van de inbreuk de hoogte van het basisbedrag van de geldboete niet rechtvaardigen, dat de Commissie de duur van de inbreuk met betrekking tot TW onjuist heeft vastgesteld, en dat de Commissie niet heeft onderzocht of de aan TW en verzoekster opgelegde geldboeten voldeden aan de regel betreffende het maximum van 10 %.
Dazu trägt sie vor, dass die gegen TW verhängte Geldbuße zu hoch gewesen sei, da das frühere Verhalten und die Schwere der Zuwiderhandlung nicht die Höhe des Grundbetrags der Geldbuße rechtfertigten, dass die Kommission bei der Feststellung der Dauer der Zuwiderhandlung durch TW einen Fehler begangen habe und dass die Kommission nicht geprüft habe, ob die gegen TW und die Klägerin verhängten Geldbußen mit der 10 %-Regel vereinbar seien.