2. Wanneer de afwijkingen waarin de artikelen 236, 237 en 238 voorzien, niet meer van toepassing zijn, neemt de toezichthoudende autoriteit die aan de dochteronderneming vergunning heeft verleend, passende maatregelen opdat het solvabiliteitskapitaalvereiste van de dochteronderneming afdoende wordt gedekt door overeenkomstig artikel 98, lid 4, in aanmerking komend eigen vermogen.
(2) Treten die den Artikeln 236, 237 und 238 vorgesehenen Ausnahmeregelungen außer Kraft, ergreift die Aufsichtsbehörde, die das Tochterunternehmen zugelassen hat, angemessene Maßnahmen, um zu gewährleisten, dass die Solvenzkapitalanforderung für das Tochterunternehmen ausreichend durch die nach Artikel 98 Absatz 4 anrechnungsfähigen Eigenmittel bedeckt ist.