Traduction de «doel hebben merkt » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

douanerechten welke ten doel hebben in de begrotingsmiddelen te voorzien
Zoelle,die der Finanzierung des Haushalts dienen

...deze betalingen tot doel hebben buitengewone pensioenlasten te dekken
Zahlungen,die der Deckung auβergewöhnlicher Pensionslasten dienen

ten doel hebben
dazu berufen sein

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

56. is ingenomen met de oprichting van fraudebestrijdingscoördinatiediensten (Afcos) in de lidstaten ingevolge artikel 3, lid 4, van de nieuwe OLAF-verordening en met het feit dat Duitsland zijn samenwerkingsovereenkomst met OLAF heeft herbevestigd; merkt op dat de Afcos tot doel hebben een doeltreffende samenwerking en uitwisseling van informatie met OLAF te vergemakkelijken en dringt er bij de lidstaten die nog geen Afcos hebben opgericht op aan dit onverwijld te doen; verwacht dat de Afcos zullen bijdragen aan een betere vastlegging van onregelmatigheden en aan een evenwichtige uitleg van de relevante EU-regelgeving; is toch bezorgd over de grote verschillen die reeds bestaan tussen de verschillende Afcos in de lidstaten wat betreft de functies, taken, bevoegdheden en toegewezen personeel; erkent dat het mandaat, het institutioneel kader en de taken van de Afcos niet tot in detail worden omschreven in Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013, maar is van mening dat onafhankelijk werkende Afcos met een breed mandaat dat onderzoeksbevoegdheden omvat, als benchmark moeten gelden voor alle lidstaten;
56. begrüßt, dass in den Mitgliedstaaten Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung (AFCOS) gemäß Artikel 3 Absatz 4 der neuen OLAF-Verordnung eingerichtet werden und dass Deutschland erneut bestätigt hat, dass eine Kooperationsvereinbarung mit dem OLAF besteht; stellt fest, dass die Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung die wirksame Zusammenarbeit und den Austausch von Informationen mit dem OLAF erleichtern sollen, und fordert nachdrücklich, dass die Mitgliedstaaten, die noch keine Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung benannt haben, dies unverzüglich tun; erwartet, dass die Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung helfen werden, die Meldung von Unregelmäßigkeiten zu verbessern, und zu einer ausgewogeneren Auslegung der einschlägigen Rechtsakte der EU beitragen werden; ist dennoch besorgt über die beträchtlichen Unterschiede bei den Funktionen, Aufgaben und Befugnissen sowie der Personalausstattung, die bereits jetzt zwischen den Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung in den verschiedenen Mitgliedstaaten bestehen; räumt ein, dass das Mandat, der institutionelle Rahmen und die Aufgaben der Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung in der Verordnung (EU, EURATOM) Nr. 883/2013 nicht im Einzelnen festgelegt sind; vertritt allerdings die Auffassung, dass diejenigen Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung, die unabhängig arbeiten und mit einem umfassenden Mandat und Untersuchungsbefugnissen ausgestattet sind, einen Maßstab darstellen, an dem sich alle Mitgliedstaaten orientieren sollten;

55. is ingenomen met de oprichting van fraudebestrijdingscoördinatiediensten (Afcos) in de lidstaten ingevolge artikel 3, lid 4, van de nieuwe OLAF-verordening en met het feit dat Duitsland zijn samenwerkingsovereenkomst met OLAF heeft herbevestigd; merkt op dat de Afcos tot doel hebben een doeltreffende samenwerking en uitwisseling van informatie met OLAF te vergemakkelijken en dringt er bij de lidstaten die nog geen Afcos hebben opgericht op aan dit onverwijld te doen; verwacht dat de Afcos zullen bijdragen aan een betere vastlegging van onregelmatigheden en aan een evenwichtige uitleg van de relevante EU-regelgeving; is toch bezorgd over de grote verschillen die reeds bestaan tussen de verschillende Afcos in de lidstaten wat betreft de functies, taken, bevoegdheden en toegewezen personeel; erkent dat het mandaat, het institutioneel kader en de taken van de Afcos niet tot in detail worden omschreven in Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013, maar is van mening dat onafhankelijk werkende Afcos met een breed mandaat dat onderzoeksbevoegdheden omvat, als benchmark moeten gelden voor alle lidstaten;
55. begrüßt, dass in den Mitgliedstaaten Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung (AFCOS) gemäß Artikel 3 Absatz 4 der neuen OLAF-Verordnung eingerichtet werden und dass Deutschland erneut bestätigt hat, dass eine Kooperationsvereinbarung mit dem OLAF besteht; stellt fest, dass die Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung die wirksame Zusammenarbeit und den Austausch von Informationen mit dem OLAF erleichtern sollen, und fordert nachdrücklich, dass die Mitgliedstaaten, die noch keine Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung benannt haben, dies unverzüglich tun; erwartet, dass die Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung helfen werden, die Meldung von Unregelmäßigkeiten zu verbessern, und zu einer ausgewogeneren Auslegung der einschlägigen Rechtsakte der EU beitragen werden; ist dennoch besorgt über die beträchtlichen Unterschiede bei den Funktionen, Aufgaben und Befugnissen sowie der Personalausstattung, die bereits jetzt zwischen den Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung in den verschiedenen Mitgliedstaaten bestehen; räumt ein, dass das Mandat, der institutionelle Rahmen und die Aufgaben der Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung in der Verordnung (EU, EURATOM) Nr. 883/2013 nicht im Einzelnen festgelegt sind; vertritt allerdings die Auffassung, dass diejenigen Koordinierungsstellen für die Betrugsbekämpfung, die unabhängig arbeiten und mit einem umfassenden Mandat und Untersuchungsbefugnissen ausgestattet sind, einen Maßstab darstellen, an dem sich alle Mitgliedstaaten orientieren sollten;

7. is van mening dat zowel de eerste als de tweede pijler moeten bijdragen tot het streven naar groenere productiemethodes, daar zij elk een andere toepassingsgebied en een ander doel hebben; merkt op dat er dan ook in het kader van de tweede pijler behoefte is aan mechanismen die grotere energie-efficiëntie stimuleren (bijvoorbeeld thermische modernisering van gebouwen, vervanging van apparatuur door minder energie-intensieve, warmteterugwinning of het gebruik van zonne-energie), alsmede aan initiatieven die individuele boeren niet op zich kunnen nemen, maar die landbouwers in staat stellen over te schakelen naar een doelmatigere en groenere energieproductie en duurzamere productiemethodes, en de uitdagingen van de toekomst aan te gaan: mededingingsvermogen, aanpassing aan markten, totstandbrenging van waarde, behoud van grondstoffen, aanpassing aan klimaatverandering, enz.; verzoekt de Commissie in het kader van het KP8 een industrieel onderzoeksforum op te zetten en te voorzien in grotere participatie van de landbouwsector in de kaderprogramma's voor onderzoek, met inbegrip van onderzoek en innovatie van nieuwe technieken en methoden zoals de ontwikkeling van intelligente en in hoge mate productieve gewassen, duurzame wiedmethoden en doelmatige mestscheiding;
7. ist der Ansicht, dass sowohl die erste als auch die zweite Säule der GAP zur Einführung umweltverträglicherer Produktionsverfahren beitragen sollten, da sich beide Säulen in ihrem Anwendungsbereich und ihren Zielen voneinander unterscheiden; vertritt daher die Auffassung, dass im Rahmen der zweiten Säule Mechanismen geschaffen werden müssen, die darauf gerichtet sind, die Energieeffizienz zu erhöhen (z.B. thermische Modernisierung von Gebäuden, Umstellung auf weniger energieintensive Maschinen und Geräte, Wärmerückgewinnung oder Nutzung der Solarenergie) und die Anstrengungen, die von dem einzelnen Landwirt nicht erbracht werden können, zu fördern, womit es den Landwirten ermöglicht würde, eine effizientere und umweltverträglichere Energieerzeugung und nachhaltigere Produktionsverfahren in Angriff zu nehmen und die Herausforderungen von morgen zu bewältigen: Wettbewerbsfähigkeit, Anpassung an die Märkte, Wertschöpfung, Erhaltung der natürlichen Ressourcen, Anpassung an den Klimawandel usw.; fordert die Kommission auf, im Rahmen des Achten Forschungsrahmenprogramms eine industrielle Forschungsplattform vorzusehen und eine stärkere Beteiligung der Agrarindustrie an den Forschungsrahmenprogrammen zu ermöglichen, die Forschung und Innovation im Zusammenhang mit neuen Techniken und Verfahren, wie beispielsweise die Entwicklung intelligenter und ertragreicher Kulturpflanzen, nachhaltige Verfahren der Unkrautbekämpfung und eine effiziente Misttrennung, einschließen würden;

3. merkt op dat als gevolg van de gebrekkige omzetting van het derde pakket interne energiemarkt nog niet alle vruchten zijn afgeworpen voor de actoren op de interne markt en dat er van een grensoverschrijdende interne energiemarkt nog geen sprake is; dringt er daarom bij de Commissie op aan gebruik te maken van alle middelen die haar ter beschikking staan om de omzetting en implementatie van het derde energiepakket die reeds vertraging hebben opgelopen, te waarborgen en pressie uit te oefenen op de lidstaten om daaraan te voldoen, en te voorkomen dat zij nieuwe obstakels creëren, en waar nodig sancties op te leggen; verzoekt de Commissie dan ook nadere informatie te verstrekken over alle resterende belemmeringen voor de uitvoering van het derde energiepakket, en duidelijke cijfers te overleggen die aangeven wat daarvan de invloed is geweest op de energieprijzen voor de consument; wijst erop dat de handhaving van de mededingingsregels kan bijdragen tot meer voorzieningszekerheid, voor zover daarmee de markttoegang wordt vergemakkelijkt en investeringen worden aangemoedigd; dringt er daarom bij de Commissie op aan vastberaden door te gaan met de maatregelen die zij in het licht van het sectorale onderzoek heeft genomen om ervoor te zorgen dat de mededingingsregels daadwerkelijk worden toegepast in de energiesector; staat met het oog hierop positief tegenover de nog steeds aanhangige mededingingsrechtelijke procedures voor de energiesector, die ten doel hebben te waarborgen dat de nagestreefde voltooiing van de interne energiemarkt voor 2014 wordt verwezenlijkt en dat de door energieleveranciers opgeworpen mededingingsobstakels worden opgeheven; wijst erop dat de nationale regelgevings- en antitrustautoriteiten een doorslaggevende rol vervullen bij de tenuitvoerlegging van de EU-regels, en spoort de lidstaten ertoe aan deze instanties te voorzien van de financiële en personele middelen die zij nodig hebben;
3. stellt fest, dass aufgrund der unangemessenen Umsetzung des dritten Pakets von Rechtsvorschriften zum Energiebinnenmarkt der Energiesektor noch nicht sein volles Potenzial zugunsten der Binnenmarktakteure entfaltet hat und dass noch kein grenzüberschreitender Energiebinnenmarkt besteht; fordert daher die Kommission nachdrücklich auf, von sämtlichen ihr zur Verfügung stehenden Mitteln Gebrauch zu machen, um die bereits überfällige Umsetzung und Anwendung des dritten Energiepakets sicherzustellen, wobei sie die Mitgliedstaaten drängen sollte, die Vorschriften einzuhalten, sie an der Schaffung neuer Hemmnisse hindern und, wo immer nötig, Sanktionen verhängen sollte; fordert die Kommission daher auf, detaillierte Informationen über alle verbleibenden Hindernisse für die Umsetzung des dritten Energiepakets sowie klare Daten zu deren Auswirkungen auf die Energiepreise für die Verbraucher bereitzustellen; weist darauf hin, dass die Durchsetzung der Wettbewerbsvorschriften zu mehr Versorgungssicherheit beitragen kann, wenn hierdurch der Marktzugang verbessert und Investitionen gefördert werden; fordert die Kommission deshalb nachdrücklich auf, die nach der Sektoruntersuchung durchgeführten Maßnahmen zur wirksamen Anwendung der Wettbewerbsvorschriften auf den Energiesektor konsequent fortzuführen; begrüßt in diesem Zusammenhang die laufenden wettbewerbsrechtlichen Verfahren im Energiebereich, die darauf abzielen, die Vollendung des Energiebinnenmarktes im Jahre 2014 zu erreichen und von Anbietern wieder errichtete Wettbewerbshürden zu beseitigen; weist darauf hin, dass nationale Regulierungs- und Kartellbehörden bei der Umsetzung von EU-Vorschriften eine entscheidende Rolle spielen, und hält die Mitgliedsstaaten dazu an, diese mit den erforderlichen Ressourcen auszustatten bzw. entsprechende Stellen zu schaffen;

De Commissie merkt op dat socialezekerheidsbijdragen ten doel hebben de begroting van socialezekerheidsinstellingen te financieren; dit zijn publiekrechtelijke instellingen die onder toezicht van de overheid staan. Wanneer de socialezekerheidsbijdragen niet worden betaald, worden dus middelen aan de staat onthouden.
Die Kommission stellt fest, dass der Zweck von Sozialversicherungsbeiträgen darin besteht, Sozialversicherungsträger zu finanzieren, bei denen es sich um juristische Personen handelt, die nach öffentlichem Recht gegründet werden und ihre Tätigkeit unter staatlicher Aufsicht ausüben.

merkt op dat het belastingbeleid tot doel moet hebben de economie te versterken, onder andere door het ontwikkelen van belastingstructuren die de totale vraag op de lange termijn stimuleren, exportgerichte activiteiten in de hand werken, banen helpen scheppen en duurzame ontwikkeling bevorderen;
stellt fest, dass die Wirtschaft durch steuerpolitische Maßnahmen unter anderem gefördert werden sollte, indem Steuersysteme geschaffen werden, die die Gesamtnachfrage langfristig fördern, exportorientierte Aktivitäten erleichtern und die Schaffung von Arbeitsplätzen sowie nachhaltiges Wachstum fördern;

Ten eerste merkte de Commissie op dat de voornaamste functie van DPF's erin bestaat om vaste anorganische en onoplosbare vaste deeltjes (d.w.z. roet) op te vangen, terwijl DOC's tot doel hebben schadelijke gassen en de oplosbare organische fractie in vaste deeltjes te zuiveren, zonder dat zij echter roet kunnen opvangen.
Die Kommission hat vor allem erläutert, dass die Hauptfunktion von DPF in der Entfernung von festen anorganischen und unlöslichen Partikelbestandteilen (d. h. Ruß) besteht, während Katalysatoren giftige Abgase und die in den Partikeln enthaltene lösliche organische Fraktion (SOF) reinigen sollen, ohne Ruß herausfiltern zu können.

De Commissie merkt op dat deze verplichtingen niet als dusdanig als een capaciteitsbeperking beschouwd kunnen worden, maar ziet hierin een verder bewijs dat de door de begunstigde aangevoerde technische, praktische en economische redenen gefundeerd zijn en dat de investeringen geen capaciteitsuitbreiding, doch een stijging van de productiviteit tot doel hebben.
Die Kommission stellt fest, dass diese Verpflichtungen nicht als Nachweis betrachtet werden können, dass die Investitionen zu keiner Kapazitätssteigerung führen. Sie betrachtet die Selbstverpflichtung jedoch als weiteren Nachweis dafür, dass die von der Begünstigten vorgetragenen technischen, praktischen und wirtschaftlichen Gründe fundiert sind und dass das Ziel der Investitionen nicht eine Kapazitätserweiterung, sondern die Steigerung der Produktivität ist.

18. BENADRUKT dat prioriteit moet worden gegeven aan de verbetering van het imago van bosbouw en bosproducten bij publiek en consument door hun de verzekering te geven dat bossen duurzaam worden beheerd; MERKT OP dat boscertificatieregelingen op de markt steunende instrumenten zijn die tot doel hebben de consument beter voor te lichten omtrent de milieukwaliteiten van duurzaam bosbeheer en het gebruik van bos en bosproducten als milieuvriendelijke en hernieuwbare grondstoffen te bevorderen, en dat boscertificatieregelingen vergelijkbaar moeten zijn en de prestatie-indicatoren verenigbaar dienen te zijn met internationaal overeengekomen beginselen van duurzame bosbeheerbeginselen en verder zouden moeten voldoen aan voorwaarden inzake vrijwilligheid, geloofwaardigheid, transparantie, kostenefficiëntie, open toegang en afwezigheid van discriminatie wat bostypen en eigenaren betreft; van wezenlijk belang voor de geloofwaardigheid is een onafhankelijke controle op het bosbeheer; VERZOEKT de Commissie na te gaan of verdere maatregelen op EU-niveau mogelijk zijn;
18. HEBT HERVOR, daß es vorrangig ist, die Meinung von Öffentlichkeit und Verbrauchern von der Forstwirtschaft und ihren Erzeugnissen zu verbessern, indem versichert wird, daß Wälder nachhaltig bewirtschaftet werden; STELLT FEST, daß Waldzertifizierungssysteme Marktinstrumente sind, die dem Verbraucher die Vorteile der nachhaltigen Waldbewirtschaftung für die Umwelt ins Bewußtsein rücken und die Verwendung von Holz und forstwirtschaftlichen Erzeugnissen als umweltfreundliche und erneuerbare Rohstoffe fördern sollen; Waldzertifizierungssysteme sollten vergleichbar sein und ihre Leistungsparameter sollten mit den international anerkannten Prinzipien der nachhaltigen Waldbewirtschaftung im Einklang stehen; zusätzlich sollten sie Anforderungen bezüglich Freiwilligkeit, Glaubwürdigkeit, Transparenz, Kostengünstigkeit, offener Zugang und gleicher Voraussetzungen für alle Waldtypen und alle Kategorien von Waldbesitzern erfüllen; wesentlich bei der Sicherstellung der Glaubwürdigkeit sollte ein unabhängiger Prüfbericht über die Waldbewirtschaftung sein; FORDERT die Kommission AUF, die Möglichkeit weiterer Maßnahmen auf EU-Ebene zu prüfen;