Daar de doelstellingen van deze verordening, te weten het bereiken van een hoog niveau van effectieve en consistente prudentiële regelgeving en van effectief en consistent toezicht in alle lidstaten ter bescherming van de integriteit, de efficiëntie en de ordelijke werking van de interne markt, en ter handhaving van de stabiliteit van het financiële stelsel, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt maar deze doelstellingen vanwege de omvang van het optreden beter door de Unie kunnen worden bereikt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen.
Da die Ziele dieser Verordnung, nämlich die Gewährleistung einer in hohem Maße wirksamen und einheitlichen Regulierung und Beaufsichtigung in allen Mitgliedstaaten, der Schutz der Integrität, Effizienz und ordnungsgemäßen Funktionsweise des Binnenmarkts und die Erhaltung der Stabilität des Finanzsystems von den Mitgliedstaaten nicht ausreichend verwirklicht werden können sondern vielmehr wegen des Umfangs der Maßnahmen auf Unionsebene besser zu verwirklichen sind, kann die Union im Einklang mit dem in Artikel 5 des Vertrags über die Europäische Union niedergelegten Subsidiaritätsprinzip tätig werden.